AA
CITES-bescherming voor en handel in de Afrikaanse Wilde Hond - Werking EAZA-dierentuinen (Schriftelijke vraag E-0454/06)

In "Rode lijst van bedreigde soorten" (IUCN - 2004) is te lezen dat de Afrikaanse Wilde Hond (Lycaon Pictus) een bedreigde diersoort is. Van de soort leven er in het wild nog maar enkele duizenden exemplaren. Het wekt dan ook enige verbazing dat deze soort niet valt onder de CITES-regelgeving.

Uit een televisiereportage op 3 januari 2006 van het Nederlandse actualiteitenmagazine Twee Vandaag blijkt duidelijk dat de dieren met de tientallen worden verkocht over de hele wereld. De reportage toont o.a. hoe een dealer van wildtuin De Wildt (Zuid-Afrika) een uit het wild afkomstige Afrikaanse Wilde Hond verkoopt aan een EAZA-tuin Dvur Kralove in Tsjechië. Dit is in strijd met de ethische code van EAZA die stelt dat "alle leden moeten trachten te verzekeren dat de verworven dieren geboren zijn in gevangenschap", waarbij in het andere geval rekening moet worden gehouden met de status van de diersoort in kwestie. Het heeft er minstens de schijn van dat EAZA op de hoogte moet zijn van de precaire toestand van de Afrikaanse Wilde Hond gezien het zegt deel te nemen aan de vergaderingen van o.a. het IUCN. In 2004 al kondigde EAZA-directeur Brouwer maatregelen aan tegen EAZA-tuinen die handelen met dealers van exotische diersoorten.

- Erkent de Commissie dat de Afrikaanse Wilde Hond een bedreigde diersoort is? Indien ja: betekent dit dat de soort op dit ogenblik niet vrij verhandeld mag worden en welke inspanningen zal zij bijgevolg ondernemen om dit dier zo snel mogelijk in de CITES-regelgeving onder te brengen? Welke argumenten draagt de Commissie in het andere geval aan om de bevindingen van het IUCN te betwisten?

- Welke inspanningen zal de Commissie leveren opdat EAZA-dierentuinen binnen de Unie via handelaren en sluiproutes geen dieren uit het wild meer mogen importeren tenzij daar zeer gegronde redenen voor zijn?

- Zal de Commissie bij de EAZA navraag doen of er sinds 2004 inderdaad maatregelen zijn genomen die moeten voorkomen dat haar leden handelen met dealers in beschermde exotische dieren?

- Zal de Commissie voorstellen doen voor het aanleggen van een lijst met betrouwbare handelaars in exotische diersoorten? Indien neen: waarom niet?

- Beschikt de Commissie over gegevens over de aantallen dieren die door EAZA-dierentuinen jaarlijks uit het wild worden verworven via dealers? Indien ja, zijn deze gegevens publiek beschikbaar? Indien neen: zal ze ernaar streven deze publiek te maken?

- Erkent de Commissie dat de zelfregulering van EAZA-tuinen niet sluitend is en overweegt zij daarom wetgevende initiatieven te ondernemen om (illegale) handel met dealers strafbaar te stellen? Indien neen, welke argumenten draagt zij daarvoor aan?

***

ANTWOORD VAN COMMISSARIS DIMAS (10 maart 2006)

De Commissie hecht veel waarde aan de activiteiten die de Internationale Unie voor het behoud van de natuur en de natuurlijke hulpbronnen (IUCN) ontplooit met betrekking tot de ‘rode lijst’. Uit het feit dat de Afrikaanse wilde hond als bedreigd wordt aangemerkt, blijkt dat het voortbestaan van deze soort in het wild in het gedrang is. Dat kan diverse oorzaken hebben, waarvan verlies van habitats wellicht een van de belangrijkste is.

Deze soort valt niet binnen de werkingssfeer van CITES omdat die overeenkomst uitsluitend de regulering van de internationale handel in bedreigde wilde dier- en plantensoorten betreft. In de bijlagen van de overeenkomst worden alleen soorten opgenomen die voldoen aan de CITES-criteria (instandhoudingsstatus van de soort in het wild en kenmerken van de handel). Het effect van de handel op de instandhoudingsstatus vormt bijgevolg een gewichtig criterium. Voorzover de Commissie bekend zijn er geen aanwijzingen dat er een (grote) vraag is naar deze diersoort (bijv. vanwege particulieren) of dat de handel een bedreiging vormt voor de instandhoudingsstatus ervan.

De invoer van onder CITES vallende soorten in de Europese Unie is geregeld bij Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer en Verordening (EG) nr. 1808/2001 van de Commissie. De regels voor de handel in aan de natuur onttrokken specimens van wilde soorten zijn afhankelijk van de instandhoudingsstatus van de soort en het doel van de handel. De wettelijke voorschriften in kwestie gelden ook voor dierentuinen (m.i.v. de zoo’s die lid zijn van de European Association of Zoos and Aquaria (EAZA)); ook op het desbetreffende handelsverkeer wordt toezicht uitgeoefend. Voorts is Richtlijn 1999/22/EG van de Raad van 29 maart 1999 betreffende het houden van wilde dieren in dierentuinen van toepassing, die bepaalt dat de lidstaten maatregelen moeten treffen ter instelling van een vergunningsregeling voor en inspecties van dierentuinen.

Naar aanleiding van een verzoek om informatie van de Commissie heeft de EAZA medegedeeld dat zij een gedragscode voor EAZA-leden heeft ingevoerd. Deze gedragscode behelst ook regels voor het verwerven van dieren; zij bepaalt met name dat wanneer dieren nodig zijn voor op instandhouding van de soort gerichte fokprogramma’s, educatieve programma’s of fundamenteel biologisch onderzoek, de exemplaren in kwestie uitsluitend kunnen worden aangeschaft overeenkomstig de toepasselijke (inter)nationale wetgeving, en dat een en ander geen schadelijke gevolgen mag hebben voor de wilde populatie.

De Commissie is niet voornemens een lijst van bona fide handelaars in exotische dieren op te stellen. Een dergelijke lijst garandeert niet dat alle transacties met de betrokken handelaars legaal zijn. De twee EU-verordeningen bevatten echter duidelijke juridische bepalingen met betrekking tot elke vorm van handelsverkeer in dieren en planten die behoren tot in de CITES-bijlagen opgenomen soorten. Deze bepalingen zijn verbindend voor alle handelaars, dierentuinen, particulieren die dieren houden, enz., en moeten garanderen dat alle transacties in overeenstemming zijn met het geldende recht.

Zoals voorgeschreven in de verordening, dienen de lidstaten jaarlijks bij de Commissie een “verslag over het handelsverkeer” in met gegevens over de afgegeven CITES-vergunningen en de geregistreerde invoer van CITES-specimens. Daarin wordt evenwel geen melding gemaakt van specifieke importeurs of handelaars.

De zelfregulering van de EAZA en de gedragscode van deze organisatie zijn een zaak voor de EAZA zelf. Bovenvermelde EU-CITES-verordeningen (Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1808/2001 van de Commissie) vormen het wettelijk kader voor de bestrijding van de illegale handel. Deze illegale handel is ook strafbaar.

GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?