AA
Benaming biologisch geteelde hernieuwbare brandstoffen (Schriftelijke vraag E-1194/05)

Volgens Verordening (EEG) nr. 2092/91 van de Raad van 24 juni 1991 inzake de biologische productiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwproducten en levensmiddelen mogen enkel levensmiddelen en onverwerkte producten van plantaardige oorsprong de term "bio" of "biologisch" dragen wanneer zij gekweekt zijn volgens de principes uiteengezet in genoemde verordening. Echter, dat geldt niet voor verwerkte plantaardige producten die niet dienen voor de voeding van mens of dier. Daarbij is het gebruik van de term "bio" of "biologisch" niet beschermd. Dat kan tot gevolg hebben dat er plantaardige producten, zoals biobrandstoffen, op de markt kunnen gebracht worden met een merknaam die "biologisch" of "bio" bevat. De consument zal dit ongetwijfeld verwarren met teeltgewassen van biologische oorsprong, en dat terwijl de biobrandstoffen ook geteeld kunnen worden via de biologische landbouw.

1. Is de Commissie van mening dat de term "bio" voor biobrandstoffen mag deel uitmaken van de merknaam van producten die niet afkomstig zijn uit biologische landbouw?

2. Is de Commissie van mening dat bedrijven die biobrandstoffen produceren die niet afkomstig zijn van biologische teelt de term "bio" of "biologisch" in hun bedrijfsnaam mogen voeren?

3. Is de Commissie het met de vraagsteller eens dat de kweek van biologische biobrandstoffen moet worden gestimuleerd?

4. Zo ja, hoe denkt de Commissie dat aan te pakken?

5. Is de Commissie van plan biologische van niet-biologische biobrandstoffen te onderscheiden? En zo ja, is de Commissie van plan daar een wetgevend kader voor te voorzien?



ANTWOORD VAN COMMISSARIS FISCHER BOEL

1. Overeenkomstig artikel 2 van Richtlijn 2003/30/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 mei 2003 ter bevordering van het gebruik van biobrandstoffen of andere hernieuwbare brandstoffen in het vervoer wordt onder biobrandstof verstaan: vloeibare of gasvormige transportbrandstof die gewonnen is uit biomassa.

Het gebruik van het prefix ‘bio’ in “biobrandstof” heeft niets te maken met de biologische productiemethoden als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 2092/91 van de Raad; die verordening is namelijk niet van toepassing op verwerkte plantaardige landbouwproducten die niet bestemd zijn voor menselijk voeding. Biobrandstoffen vallen derhalve niet onder de verordening en evenmin is de in artikel 2 van de verordening vastgestelde bescherming van de term “biologisch” van toepassing.

De term “biologisch” mag dan ook worden gebruikt met betrekking tot biobrandstoffen die niet overeenkomstig de communautaire regelgeving inzake biologisch geteelde gewassen zijn geproduceerd.

2. Momenteel bestaat er geen communautaire regelgeving op grond waarvan kan worden verhinderd dat producenten van biobrandstoffen de termen “bio” of “biologisch” in hun bedrijfsnaam gebruiken.

3. De Commissie is net als u van mening dat biobrandstoffen in het algemeen moeten worden bevorderd. Wel moet verder worden onderzocht welke rol de bevordering van specifieke, uit biologisch geteelde gewassen geproduceerde biobrandstoffen in dit verband moet spelen.

Los van de vraag of “biologische” biobrandstoffen de productie en het gebruik van biobrandstoffen bevorderen of juist afremmen, moet worden erkend dat een grotere productie van “biologische” biobrandstoffen een gunstig bijkomend effect kan hebben, nl. een ruimere beschikbaarheid van biologisch diervoeder. Dit zou de ontwikkeling van de biologische landbouw in het algemeen een niet te onderschatten injectie kunnen geven.

4. Wat de bevordering van de biologische landbouw betreft, wil ik graag verwijzen naar de Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement - Europees actieplan voor biologisch voedsel en biologische landbouw (COM (2004) 415), waarin de Commissie in het kader van actie 6 de lidstaten sterk aanraadt om in hun plattelandsontwikkelingsprogramma’s optimaal gebruik te maken van de beschikbare instrumenten ter ondersteuning van de biologische landbouw. In dit verband kan ook rekening worden gehouden met de specifieke milieuvoordelen die het gebruik van biologische biobrandstoffen op lange termijn biedt. Bovendien wordt er in het kader van actie 10 expliciet op aangedrongen het toepassingsgebied van de normen voor de biologische landbouw uit te breiden tot andere sectoren. Tot dusverre vallen de biobrandstoffen niet onder Verordening (EEG) nr. 2092/91. Die situatie zou in de toekomst kunnen veranderen, afhankelijk van het resultaat dat wordt bereikt met de tenuitvoerlegging van het Europees actieplan voor biologisch voedsel en biologische landbouw (zie antwoord op vraag 5).

5. Zie ook het antwoord op vraag 3. Deze kwestie zal worden behandeld in het kader van de tenuitvoerlegging van het Europees actieplan voor biologisch voedsel en biologische landbouw. De Commissie gaat momenteel na of het toepassingsgebied van Verordening (EEG) nr. 2092/91 kan worden uitgebreid tot niet voedingsproducten.

GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?