Regeringen in de hele EU verscherpen het vreemdelingenbeleid en zorgen voor steeds meer obstakels voor asielzoekers zoals bijvoorbeeld striktere regels voor gezinshereniging waarbij hoge waarborgsommen worden gevraagd, verhoging van de minimumleeftijd om te huwen tot 24 jaar, uitwijzing van kinderen geboren uit ouders die het land illegaal zijn binnengekomen, het verplicht bewijzen dat men werk zal vinden of de inperking van het recht van de ouders van migranten om zich te vervoegen bij hun kinderen. De opgesomde maatregelen lijken een regelrechte schending van het Handvest van de grondrechten van de EU.
Kan de Raad meedelen of hij het eens is met de visie dat bovenstaande in de lidstaten uitgevaardigde maatregelen inderdaad strijdig zijn met de geest van o.m. de artikels 7, 9, 15 par. 3, 18, 20, 21, 24, 25, 29, 33 , 34 , 41, 47 van het vermelde Handvest en is hij bereid daar desgewenst tegen op te treden?