Argumenten ten gunste
van een algemene verlaging van het BTW-tarief op alle Fietsen, fietsproducten en -diensten (standpunt voorgelegd
door COLIBI, COLIPED en ETRA aan de Europese Commissie op 24 maart 2003)
COLIBI is de vereniging van de Europese fietsindustrie, COLIPED is de
vereniging van de Europese industrie van tweewieleronderdelen en –accessoires. Samen vertegenwoordigen ze meer
dan 300 fabrikanten in 11 Europese lidstaten: Oostenrijk, België, Denemarken, Finland, Frankrijk, Duitsland,
Groot-Brittannië, Italië, Portugal, Spanje en Nederland.
ETRA is de
Europese vereniging voor gespecialiseerde fiets-, bromfiets- en motorfietshandelaren. ETRA vertegenwoordigt zo’n
6.000 ondernemingen die ongeveer 14.000 mensen tewerkstellen, in heel Europa.
ARGUMENTEN
Onze argumenten voor een algemene verlaging van het
BTW-tarief op alle fietsen, fietsproducten en –diensten zijn de volgende:
1) In 1997
schreef het Economisch en Sociaal Comité in hun advies over het programma van de Commissie voor
een gemeenschappelijk BTW-stelsel: “Het Comité herhaalt zijn in het reeds genoemde advies over directe en
indirecte belastingen gemaakte opmerking dat bij de harmonisatie van de belastingtarieven het handhaven van een
verlaagd en een normaal tarief van belang is. Uitbreiding van producten en diensten die onder het verlaagd
tarief mogen vallen, kan zowel op grond van werkgelegenheids-, als uit milieu- en inkomenspolitieke motieven
worden overwogen."
2) In juni 2000 schreef Directoraat-Generaal Fiscaliteit &
Douane-Unie het volgende in een Mededeling aan de Raad en het Europese Parlement: “Een herziening en
een rationalisatie van de regels en afwijkingen die van toepassing zijn op de vaststelling van verlaagde
BTW-tarieven zou op middellange termijn moeten worden overwogen. Het is duidelijk dat, aan het eind van het
experiment dat is opgezet door Richtlijn 1999/85/EG (arbeidsintensieve diensten), een verregaande herziening van
de huidige bepalingen noodzakelijk zal kunnen blijken. Ook hier zou de opheffing van de verschillende specifieke
en tijdelijke afwijkingen in overweging genomen moeten worden. Bijzondere aandacht zal met name worden gewijd
aan het vraagstuk (…) van het gebruik van verlaagde BTW-tarieven in het kader van de verschillende communautaire
beleidsterreinen (bijvoorbeeld om de bescherming van het milieu, de schepping van werkgelegenheid te
bevorderen).”
3) In het verslag over verlaagde BTW-tarieven van 22 oktober 2001,
COM(2001)599 final, reikte de Commissie zelf een aantal argumenten aan die een algemene
verlaging van het BTW-tarief op alle fietsen, fietsproducten en –diensten verantwoorden.
De Commissie stelde: “In het
kader van de milieubescherming werden meerdere verzoeken om toepassing van een verlaagd tarief ingediend voor
verschillende producten die dezelfde functie hebben. Deze verzoeken waren er op gericht milieuvriendelijke of
energiebesparende producten fiscaal te bevoordelen. Het gaat vooral om producten die van het Europese ecolabel
zijn voorzien, elektrische voertuigen, producten die een rationeel energiegebruik mogelijk maken en groene
energie of biomassa. De Commissie heeft tot nog toe het standpunt ingenomen dat dergelijke verzoeken niet kunnen
worden ingewilligd omdat zulks strijdig zou zijn met het beginsel van de uniformiteit van de belastingheffing
volgens hetwelk identieke goederen en diensten niet aan verschillende belastingtarieven mogen worden
onderworpen.” De toepassing van een verminderd BTW-tarief op alle fietsen, fietsproducten en – diensten met het
oog op milieubescherming zou juist wel beantwoorden aan het beginsel van de uniformiteit van de
belastingheffing.
Verder schreef de Commissie in het verslag: “In deze mededeling is
bovendien vermeld dat bijzondere aandacht zal worden besteed aan(…) het gebruik van de verlaagde BTW-tarievenbij
de tenuitvoerlegging van de diverse communautaire beleidsmaatregelen (bijvoorbeeld op het gebied van het milieu,
de werkgelegenheid, de cultuur en het vervoer ).”
Bovendien deed de Commissie de
volgende suggestie: “Een mogelijke oplossing zou erin kunnen bestaan een (…) een verlaagd tarief dat het huidige
minimum van 5 % zou benaderen en dat van toepassing zou zijn op een limitatieve lijst van levensnoodzakelijke of
voor een bepaald doel bestemde goederen en diensten(…)”
4) In september 2001 richtte
de Heer Bart Staes, Lid van het Europese Parlement, de volgende schriftelijke vraag aan de
Commissie: “Teneinde de interne logica en coherentie van het BTW-beleid inzake milieu-en mobiliteitsproblemen te
bevorderen,lijkt het aangewezen de Zesde BTW-richtlijn 77/388/EEG te wijzigen om het fietsgebruik te
bevorderen.Bijlage H dient te worden uitgebreid tot alle fietsproducten en -diensten,met inbegrip van nieuw
aangekochte fietsen. Is de Commissie
bereid gevolg te geven aan haar veelbelovende mededeling en zal ze derhalve Bijlage H van de Zesde BTW-richtlijn
77/388/EEG uitbreiden tot alle fietsproducten en -diensten,met inbegrip van nieuw aangekochte fietsen, teneinde
het fietsgebruik in de Europese Unie te bevorderen?”
Commissaris
Bolkestein antwoordde als volgt: “De Commissie geeft het geachte parlementslid de verzekering
dat zij met zijn voorstel rekening zal houden wanneer zij onderzoek doet naar de mogelijkheid tot het indienen
van een voorstel tot wijziging van bijlage H bij de Zesde BTW-Richtlijn 77/388/EEG van 17 mei 1977 betreffende
de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting gemeenschappelijk stelsel van belasting
over de toegevoegde waarde:uniforme grondslag,waarin is bepaald op welke goederen en diensten de lidstaten een
verlaagd BTW-tarief mogen toepassen.”
Wij zijn ervan overtuigd dat alle fietsen,
fietsproducten en –diensten moeten worden opgenomen in bijlage H als een instrument van het Europese
belastingsbeleid op het vlak van milieu en verkeer. Bovendien vervult fietsen duidelijk een sociale
doelstelling.
POSITIEF VOOR HET MILIEU
Talloze feiten bewijzen dat de Europese Unie zich niet langer kan veroorloven om maatregelen ten gunste
van het milieu uit te stellen. Het is voldoende bekend dat het verkeer in dit probleem een cruciale rol
speelt.
- Bij de openingssessie van de Groene Week in 2001 verklaarde Europees
Commissaris de Palacio dat, als de huidige situatie onveranderd blijft, emissies in 2010 opnieuw met 5% zullen
gestegen zijn.
- In het Zesde Milieuactieprogramma voorspelt de Commissie een
vermindering van de emissies in alle sectoren tegen 2010, behalve in de transportsector. Deze heeft al een
aandeel van 30% in alle CO2-emissies in de Europese Unie. Volgens de Commissie zal dit verder stijgen, namelijk
met 40% tegen het jaar 2010.
- Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie
(WGO), sterven jaarlijks 80.000 Europese inwoners als gevolg van vervuilende luchtpartikels tegenover 45.000
verkeersslachtoffers. Bovendien heeft de WGO vastgesteld dat zo’n 40 miljoen mensen in de 115 grootste Europese
steden zijn blootgesteld aan luchtkwaliteit die de WGO-richtlijnen voor ten minste één schadelijke stof per jaar
overschrijdt.
- In 1997 al schreef het wetenschappelijke departement van de British
Medical Association (BMA) het volgende in hun rapport "Road transport and health": “Een stap weg van
gemotoriseerde vormen van transport naar fietsen zou tevens leiden tot vermindering van lucht- en
lawaaivervuiling in steden en gemeenten en zou in grote mate het probleem van verkeersopstoppingen oplossen.
Daarom zijn er aanzienlijke individuele en collectieve gezondheidsvoordelen te halen uit een toename van het
fietsgebruik en met 72% van alle verplaatsingen onder de 5 mijl (in Groot-Brittannië, n.v.d.r.), is er een
potentieel voor een aanzienlijke overschakeling van gemotoriseerd transport op fietsen.”
- Bovendien stelde de BMA: “Zonder een fundamentele verandering in het beleid, weg van de auto en naar
andere vormen van transport toe, is het onvermijdelijk dat de transportsector zal blijven grote en toenemende
kosten opleggen aan de menselijke gezondheid en het milieu.”
WAARDEVOLLE
BIJDRAGE
We zijn er ons van bewust dat toenemend fietsgebruik niet de enige
oplossing is voor dit complexe probleem. Niettemin zijn we ervan overtuigd dat de fiets een zeer waardevolle
bijdrage kan leveren. Bovendien zullen de gevolgen van toenemend fietsgebruik niet beperkt blijven tot het
milieu. Het zal net zogoed een positief effect hebben op verkeersveiligheid en de volksgezondheid.
- Volgens de Commissie zijn de persoonlijke verplaatsingen toegenomen van 17 km per dag 1970
tot 35 km per dag 1998. Nog volgens de Commissie gebeurt slechts 5% van al die verplaatsingen per fiets.
- In dit kader verwijzen wij naar WALCYNG, een onderzoek, gefinancierd door de Europese Unie
(!) naar de mogelijkheden om korte verplaatsingen met de wagen te vervangen door wandelen en fietsen. Hierbij
kwamen de onderzoekers tot de bevinding dat een overschakeling van de auto op wandelen en fietsen voor
verplaatsingen tot 5 km, de helft van alle autoverplaatsingen in de meeste Europese steden kan vervangen.
- Volgens het Statistische Zakboek 2001 “EU Energie en Transport in Cijfers” van de
Commissie, doet elke Europeaan gemiddeld drie verplaatsingen per dag waarvan zowat de helft 3 km of minder
bedragen. Bovendien is ongeveer de helft van alle autoverplaatsingen 6 km of minder (p. 175). Deze cijfers tonen
duidelijk aan dat er een enorm potentieel is om autoverplaatsingen te vervangen door fietsen.
COMPENSEREN VAN VERMINDERDE INKOMSTEN
Het
verlies aan inkomsten voor de nationale schatkisten, dat zou voortvloeien uit een verlaging van het BTW-tarief,
zou ruimschoots worden gecompenseerd door de volgende voordelen die we onmogelijk kunnen becijferen:
- Hoewel fietsen kosten veroorzaakt voor het aanleggen van de nodige infrastructuur, zijn
deze kosten niet te vergelijken met het niveau van de infrastructuurkosten voor andere vervoersmiddelen.
Bovendien veroorzaakt fietsen geen schade aan de infrastructuur. De enige bijkomende kost, eenmaal die
infrastructuur is voorzien, resulteert uit het onderhoud ervan.
- Fietsen veroorzaakt
geen enkele externe kost. In tegendeel, fietsen produceert “externe voordelen”. Als mensen overschakelen van de
auto naar de fiets neemt het verkeer af waardoor de toegankelijkheid voor het resterende wegverkeer verbetert.
Daarnaast zijn er minder parkeerplaatsen vereist, wat op zijn beurt een besparing oplevert op het voorzien van
parkeermogelijkheden. Fietsen is heilzaam voor de gezondheid, dus minder afwezigheid door ziekte en een
verbetering van de werkprestaties. Tenslotte vermijdt fietsen ook emissies dus geen milieuvervuiling.
In dit kader willen wij de aandacht van de Commissie vestigen op een Nederlands initiatief. De organisatie
“Fiets naar je werk” heeft een campagne gelanceerd om mensen ertoe aan te zetten met de fiets in plaats van met
de auto naar en van het werk te rijden. In 2002 hebben meer dan 13.600 mensen deelgenomen. Samen hebben zij meer
dan 12,63 miljoen kilometer gereden en daardoor ongeveer 2.827 ton CO2 emissie vermeden!(5)
- Niettegenstaande de belangrijke positieve effecten van de fiets wordt dit vervoermiddel
volledig over het hoofd gezien in het Europese debat over rekeningrijden. Wij vermoeden dat de fiets
systematisch wordt vergeten omdat hij geen externe kosten produceert. Niettemin vinden wij het discriminerend om
daarbij ook de “externe voordelen” van fietsen te negeren.
- Op pagina 16 van het
Witboek “Het Europese vervoersbeleid tot het jaar 2010: tijd om te kiezen”, vermeldt de Commissie het dubbele
dividend dat kan resulteren uit het aanwenden van inkomsten uit de transportsector om maatregelen te financieren
die externe kosten verminderen of wegwerken. In dat kader vinden wij dat een deel van die inkomsten zouden
kunnen worden gebruikt om het inkomstenverlies als gevolg van de BTW-verlaging op alle fietsen, fietsproducten
en –diensten te compenseren. Een BTW-verlaging die bijdraagt tot het fietsgebruik zal niet resulteren in een
dubbel maar in een vijfvoudig dividend!
AFGELEIDE POSITIEVE
EFFECTEN
Tenslotte zal BTW-verlaging de volgende afgeleide positieve
effecten hebben:
- De vermindering van het gemotoriseerd verkeer als gevolg van
toenemend fietsgebruik en de daaruit voortvloeiende vermindering van externe kosten veroorzaakt door het
gemotoriseerd verkeer
- De verbetering van de verkeersveiligheid en de daaruit
voortvloeiende vermindering van kosten veroorzaakt door verkeersongevallen
- De
verbetering van de volksgezondheid, niet alleen omdat mensen meer beweging hebben, maar ook als gevolg van de
vermindering van de emissies, dus minder medische kosten.
- De groeiende omzet in de
fietssector als gevolg van de BTW-verlaging en de daaruit voortvloeiende toename van de inkomsten uit BTW en
directe belastingen
- De toenemende werkgelegenheid in de fietssector en de daaruit
voortvloeiende toename van de inkomsten uit de sociale zekerheid.
Wij menen dat de
gevraagde verlaging van het BTW-tarief een overtuigend bewijs zou zijn van het feit dat de Europese Unie
werkelijk iets doet aan de integratie van milieubescherming in zijn belastingsbeleid. Het zou tevens een eerste
stap op Europees niveau zijn naar de erkenning en de ondersteuning van de waardevolle rol die de fiets kan
spelen in het oplossen van verkeers- en milieuproblemen.
CONTACT
Greet Engelen
Woludwedal 46 b16
B - 1200 Brussel
Tel.: +32-(0)2-778 64 58
Fax: +32-(0)2-762 81 71
E-mail: greet.engelen@coliped.com