CJE/03/7 11 februari 2003
Arrest van het Hof in de zaken C187/01 en C385/01
Strafzaken tegen Hüseyn
Gözütok en Klaus Brügge
Het Hof van Justitie spreekt zich voor de eerste keer uit over de
uitlegging van de overeenkomst ter uitvoering van het Schengenakkoord
Niemand kan in een
lidstaat worden vervolgd voor dezelfde feiten als waarvoor hij in een andere lidstaat is veroordeeld, ook
wanneer de strafvervolging aldaar is beëindigd zonder rechterlijke tussenkomst.
De heer
Gözütok, een in Nederland wonende Turks onderdaan, is in dat land vervolgd wegens illegale handel in verdovende
middelen. De strafvervolging die tegen hem was ingeleid is gesloten nadat hij de in het kader van een transactie
door het Nederlandse openbaar ministerie vastgestelde geldsommen had betaald. Na te zijn gewaarschuwd door een
bank die had gemerkt dat op de rekening van Gözütok transfers van aanzienlijke bedragen plaatsvonden, hebben de
Duitse politie en justitie Gözütok ondervraagd en beschuldigd van dezelfde feiten als waardoor hij reeds in
Nederland was vervolgd. Een rechtbank te Aken veroordeelde hem tot een vrijheidsstraf, welke uitspraak in hoger
beroep werd vernietigd.
De heer Brügge, Duits onderdaan en ingezetene, staat voor de
Belgische rechter terecht wegens het toebrengen van slagen en verwondingen aan een Belgische dame op Belgisch
grondgebied. In Duitsland is Brügge door het openbaar ministerie te Bonn vervolgd voor dezelfde feiten en heeft
hij de strafvervolging kunnen beëindigen door betaling van een geldsom.
De vragen in deze
twee zaken zijn gesteld in het kader van strafprocedures die zijn ingeleid voor door de twee verdachten begane
strafbare feiten, ofschoon de procedures die voorheen voor dezelfde feiten reeds waren ingeleid in een andere
lidstaat, definitief zijn beëindigd nadat betrokkenen een door het openbaar ministerie vastgestelde geldsom
hadden betaald.
Het Hof van Justitie moet onderzoeken of het in artikel 54 van de
Schengen-uitvoeringsovereenkomst verankerde ne bis in idem-beginsel, volgens hetwelk niemand in een lidstaat kan
worden vervolgd voor dezelfde feiten als waarvoor hij in een andere lidstaat reeds bij onherroepelijk vonnis is
berecht, mede van toepassing is op procedures tot beëindiging van strafvervolging waarin het openbaar ministerie
besluit van verdere vervolging van een verdachte af te zien nadat deze heeft voldaan aan bepaalde door het
openbaar ministerie gestelde voorwaarden, zonder dat enige rechterlijke tussenkomst plaatsvindt.
Het Hof stelt vast dat in een dergelijke procedure de strafvervolging eindigt door een beslissing die
uitgaat van een autoriteit die in de betrokken nationale rechtsorde deelneemt aan de strafrechtsbedeling.
Wanneer de verdachte de door het openbaar ministerie opgelegde verplichtingen is nagekomen, is bovendien de
verweten strafbare gedraging bestraft.
Bijgevolg moet een persoon worden geacht "bij
onherroepelijk vonnis te zijn berecht" voor de hem ten laste gelegde feiten, ook indien in de procedure geen
rechter is tussengekomen en de beslissing aan het einde van de procedure niet wordt genomen in de vorm van een
vonnis. De Schengen-uitvoeringsovereenkomst stelt de toepassing van het ne bis in idem-beginsel namelijk niet
afhankelijk van dergelijke procedure of vormvoorwaarden. Dit beginsel veronderstelt zelfs niet de harmonisatie
of het nader tot elkaar brengen van de strafwetgevingen van de lidstaten op het gebied van de procedures tot
beëindiging van strafvervolging. Het impliceert noodzakelijkerwijs dat de lidstaten wederzijds vertrouwen hebben
in hun respectieve strafrechtssystemen en dat elke lidstaat de toepassing van in andere lidstaten geldend
strafrecht aanvaardt, ook indien de toepassing van nationaal recht tot een andere oplossing zou leiden.
Het ne bis in idem-beginsel belet evenwel niet dat een ieder die door het gedrag van de verdachte
is benadeeld, een civiele actie kan instellen om vergoeding van de geleden schade te vorderen.
Voor de media bestemd niet-officieel stuk, dat het Hof van Justitie niet bindt. Deze persmededeling is
beschikbaar in het Frans, het Engels het Duits en het Nederlands.
De volledige tekst van het
arrest is te vinden op de internetpagina van het Hof http://www.curia.eu.int
Voor nadere
informatie wende men zich tot Zaïra Penders tel. (352) 4303 3127 fax (352) 4303 3656