1. Hoort Turkije bij Europa?
Geografisch gezien ligt slechts het kleine stuk land westelijk van de
Bosporus in Europa. Maar de verbintenis van Turkije met Europa reikt verder dan de aardrijkskundige ligging van
een deel van het land. De voorloper van het huidige Turkije - het Ottomaanse Rijk - strekte zich honderden jaren
uit naar Europa, om preciezer te zijn, de Balkan. De stichter van de Turkse Republiek Atatürk heeft in 1925
duidelijk gekozen voor het behoud van Turkije in Europa. Toch heeft het land een andere historische, culturele
en religieuze achtergrond dan degene die algemeen als (West-)Europees word beschouwd. Turkije is al sinds 1952
lid van de NAVO omdat vooral de VS het land zag als een 'westers bastion' in het onrustige Nabije Oosten. In
1964 ondertekende Turkije een associatieverdrag met de EU - een verdrag dat uitzicht biedt op EU-lidmaatschap.
Omdat de EU toen al dit aanbod heeft gedaan, is erop terugkomen op basis van geografische of culturele criteria
weinig geloofwaardig.
2. Wat zijn de voorwaarden voor het EU-lidmaatschap van Turkije?
Net als alle kandidaat-lidstaten moet ook Turkije voldoen aan de politieke voorwaarden van Kopenhagen
voordat onderhandelingen kunnen starten: het bestaan van een rechtsstaat en stabiele democratische instellingen,
eerbiediging van de mensenrechten en de bescherming van minderheden. Om te mogen toetreden moet ook worden
voldaan aan economische voorwaarden en moet EU-wetgeving zijn overgenomen. De interpretatie van de politieke
voorwaarden verschilt tussen de EU en Turkije. Volgens Brussel moet Turkije nog ingrijpende veranderingen
doorvoeren op het punt van vrijheid van meningsuiting, de rol van het leger, bescherming van de rechten van het
individu t.o.v. de staat en de rechten van de Koerden.
3. Is de mensenrechtensituatie
verbeterd sinds Turkije kandidaat-lidstaat is?
Op papier is er veel veranderd, vooral de laatste
maanden. Zo is bijvoorbeeld de doodstraf in vredestijd afgeschaft. Het gebruik van andere talen dan Turks
(waaronder Koerdisch) in de media en in het onderwijs is toegestaan. Het voorarrest is verkort. Een verbod op
politieke partijen is moeilijker geworden. Er zijn kleine veranderingen voorgenomen in artikel 159 dat
belediging van de staat strafbaar stelt en de noodtoestand in Koerdische gebieden is opgeheven. Tot nu toe is
nog onduidelijk of deze wetswijzigingen ook een mentaliteitsomslag bij politie en justitie teweeg hebben
gebracht, met andere woorden de wijzigingen op papier ook in praktijk worden gebracht. Amnesty International en
Human Rights Watch zijn kritisch. Zij registeren nog steeds veel gevallen van onder meer verdwijning, marteling
in politiecellen en aanhoudingen op basis van artikel 159. Vreedzame Koerdische activisten zoals Leyla Zana die
ondanks een uitspraak van het Europees Hof nog steeds geen eerlijk proces heeft gehad en in de gevangenis
blijft, lijken vooralsnog niet te profiteren van de nieuwe regelingen.
4. Kan Turkije met
een islamitische partij (de Ontwikkelings- en Gerechtigheidspartij - AK - van Erdogan) in de regering lid
worden?
Als de partij van Erdogan hervormingen wil, zoals zij steeds beweert, Europese democratische
normen en waarden aanvaardt en zich aanpast aan Europese regelgeving, dan speelt het geen rol uit welke bronnen
zij haar inspiratie put. De vraag is hoe een islamitische partij zich binnen het principe van secularisme zou
profileren. In principe zou een gematigde islamitische partij in Turkije natuurlijk vergelijkbaar kunnen zijn
met christen-democratische partijen in de rest van Europa.
5. Is het realistisch te denken
dat Turkije het Kemalisme opgeeft voor EU-lidmaatschap?
Het Kemalisme, de ideologie van Turkije´s
grondlegger Kemal Atatürk, voorziet in een sterke seculiere staat die de gevaren moet indammen die loeren in
separatistische bewegingen, de islam en gevaarlijke buren. Een belangrijke, ook politieke rol is daarbij
weggelegd voor het leger. 'Belediging van de staat' is een strafbaar feit. De EU kent geen politieke taken
voor het leger en tracht de rechten van het individu te beschermen tegen een al te restrictieve staat. De Turkse
bevolking heeft echter veel vertrouwen in deze setting en verwijt de EU, de traditie van Turkije en de speciale
rol die het land heeft in de regio niet te begrijpen. Uiteindelijk zal Turkije moeten kiezen: óf het land past
zich aan zich aan het pluralisme, het democratische proces en vrijheid van meningsuiting óf het land blijft deze
principes ondergeschikt maken aan een dogmatische opvatting van staatsveiligheid.
6. Wil de
EU Turkije eigenlijk wel als lid?
De voor- en tegenstanders van lidmaatschap voor Turkije zijn
waarschijnlijk ongeveer even sterk. Met de ruk naar rechts in sommige landen, een bezinning op meer
conservatieve normen en waarden, een voorkeur voor nationale oplossingen en 'uitbreidingsmoeheid' dalen de
kansen echter voor Turkije. Er is veel onuitgesproken weerzin - het land zou te veel verschillen van Europa, te
groot zijn etc. Niemand zegt dit openlijk maar sommige tegenstanders hopen wel dat als de toetreding zo lastig
mogelijk word gemaakt, Ankara wellicht zelf afhaakt.
Sommige mensenrechtenactivisten vrezen dat
Turkije zou kunnen worden beloond met lidmaatschap zonder dat het fundamentele hervormingen heeft doorgevoerd,
dat Europa zich laat misleiden door cosmetische aanpassingen. Andere Turkije-deskundigen juichen toetreding
onder de bekende voorwaarden toe, omdat zij erin de enige mogelijkheid zien om de hervormers in het land, én de
mensenrechtenactivisten, een steuntje in de rug te geven. Bovendien leeft er ook onder politici het besef dat
Turkije te belangrijk is als brug tussen Europa en het Midden-Oosten, tussen 'Westen' en Islam, om buiten de
EU te worden gehouden.
7. Wat betekent wel of niet lidmaatschap voor de integratie van
Turken in Vlaanderen/Europa?
Turkse migranten steunen de lidmaatschapaspiraties van hun herkomstland
voor een groot deel. Vele Turken vinden Europese integratie belangrijk voor hun identiteit - zij willen worden
geaccepteerd als gelijkwaardig, als Westers maar met eigen culturele bijzonderheden. Lidmaatschap zou de
levensstandaard in Turkije verhogen en daarmee een rem zijn op migratie naar andere landen.
8. Hoe denken de Turken zelf over het EU-lidmaatschap?
Rond een derde van de Turkse bevolking is
ronduit vóór lidmaatschap. 17 procent zegt nee. Maar bijna de helft van de Turken wil wel lid worden, maar geen
concessies doen aan de EU. Kennelijk moeten de Turkse hervormers nog veel zendingswerk verrichten. Het hele
functioneren van de Europese Unie staat of valt met de bereidheid toegevingen te doen.
9.
Mag een gedeeld Cyprus de EU in? Zo niet, zetten we dan geen premie op Turkse chantage?
Als alleen
Zuid-Cyprus zou worden opgenomen in de Europese Unie dan zou dit ernstige gevolgen hebben. De EU zou een
betwiste grens en alle spanningen eromheen binnenhalen, de relaties met Turkije zouden aanzienlijk verslechteren
(met als nachtmerriescenario de annexatie van Noord-Cyprus door Turkije) en de Noord-Cypriotische bevolking zou
verder worden geïsoleerd. Het hele eiland buiten houden is echter ook geen optie. Griekenland dreigt dan de hele
uitbreiding tegen te houden. Bovendien werken op dit moment kennelijk de Grieks-Cyprioten wel mee aan een
oplossing en de Turks-Cypriotische kant niet. De Europese Unie heeft al in 1999 - op de Top van Helsinki -
besloten dat een oplossing van het conflict geen voorwaarde is voor de toetreding van (Zuid-)Cyprus. De
onderhandelingen, die overigens niet onder de auspiciën van de EU, maar van de Verenigde Naties worden gehouden,
moeten dus tot een akkoord leiden. De secretaris-generaal van de VN, Kofi Annan, werkte een vredesplan uit.
Bedoeling is tot een akkoord te komen tegen eind februari 2003.
10. Welke positie
moet Europa innemen t.o.v. de PKK, die nu de nieuwe naam KADEK draagt?
Europa moet van KADEK eisen dat
ze afstand neemt van geweld als politiek middel en instemt met ontwapening. Europese diplomaten zouden moeten
proberen de Turkse regering in directe dialoog te brengen met de meest gematigde personen van KADEK. Daarbij
kunnen lessen worden getrokken uit het vredesproces in Noord-Ierland.
Verder zou de EU geen mensen aan
Turkije mogen uitleveren die het risico lopen gemarteld te worden. Dit laat onverlet dat mensen die verdacht
worden van terroristische daden of misdaden tegen de menselijkheid wel berecht moeten worden.
11. Waarom mag Spanje Batasuna verbieden en Turkije Hadep niet?
Het verbod van een politieke partij
is nooit goed voor de democratie. Het is niet te voorspellen of een verbod positieve of negatieve consequenties
heeft op de voortgang van terreur. Het wel of niet verbieden moet afhankelijk zijn van de vraag of met het
voorbestaan van de betrokken partij de democratie gevaar loopt. Zowel Batasuna als ook Hadep heeft partijleden
die ook sympathiseren met terreur. De Batasuna-woordvoerders weigeren het terreur van de ETA te veroordelen. Zij
zetten in hun partijblad en op partijbijeenkomsten zelfs aan tot haat en uitvoering van geweld, bedreiging en
afpersing. Hadep daarentegen heeft het terreur van de PKK altijd afgewezen. De Koerdische partij accepteert de
integriteit van de Turkse staat en wil geen afscheiding, maar meer rechten voor de Koerdische bevolking.
12. Heeft Turkije een alternatief voor integratie in de EU?
Turkije zou integratie binnen
Centraal Azië kunnen nastreven. Deze landen zijn qua taal en cultuur verwant, maar in economisch opzicht levert
een dergelijke unie weinig op. Geografisch gezien is ook aansluiting bij het Midden Oosten mogelijk, maar
Turkije´s relatie met veel Arabische buurlanden is niet bijzonder goed. Blijft de mogelijkheid van nauwere
banden met de VS. Deze kunnen echter nooit de economische voordelen brengen die EU-lidmaatschap biedt. Bovendien
is ook de bevolking beter af in de sociale, ecologische en rechts-gemeenschap van de EU.
13.
Hoe te voorkomen dat Turkije de moed opgeeft?
De EU moet precies communiceren welke normen en waarden
de unie vertegenwoordigt en welke wetswijzigingen met welk effect nodig zijn om bij de EU als waardengemeenschap
te kunnen horen. Bij een dergelijke communicatiecampagne zou ook keer op keer erop moeten worden gewezen dat er
geen onoverbrugbare culturele kloof is tussen Turkije en de EU. In plaats van een te vroeg verkondigde datum
voor het begin van onderhandelingen zouden beiden kanten samen een tijdsschema moeten uitwerken dat flexibel is
bij kleine tegenslagen maar ook een duidelijk uitzicht biedt op waar het allemaal naartoe moet gaan.
(Bron: Eurofractie Groen Links)