Het
tijdens de Europese Raad van Thessaloniki behandelde Europese initiatief ter ondersteuning van de groei is in
alle lidstaten langzaam maar zeker uitgegroeid tot een prioriteit die bovenaan op de politieke agenda is komen
te staan. Sinds de aanvankelijke lancering van het initiatief afgelopen juli heeft de Commissie snelle
vorderingen gemaakt met een reeks beleids- en wetgevingsvoorstellen op het gebied van trans-Europese netwerken
(TEN's) en onderzoek, ontwikkeling en innovatie in de EU. Thans heeft zij een gedetailleerde routekaart voor
het ondernemen van actie en een reeks aanbevelingen uitgewerkt, die zij in oktober aan de Europese Raad wil
voorleggen. Het Europese groei-initiatief is erop gericht investeringen te mobiliseren op twee prioritaire
terreinen van de agenda van Lissabon, namelijk netwerken en kennis. Op korte termijn (tot 2010) moet heel wat
werk worden verzet en ook nadien valt er nog veel te doen. In tegenstelling tot eerder ondernomen acties is het
initiatief een geïntegreerd geheel van beleidsmaatregelen, uitvoeringsmechanismen en institutionele regelingen
om uitvoering binnen een krap tijdschema te garanderen. Door het initiatief nu te lanceren, wordt een duidelijk
signaal afgegeven van krachtdadige economische governance en van vertrouwen in het potentieel van de Europese
economie. Het is tevens een signaal ter ondersteuning van de essentiële structurele hervormingen die in het
kader van de agenda van Lissabon in versneld tempo moeten worden doorgevoerd. De Europese Raad van 16-17
december zal het Europese groei-initiatief en de volledige lijst van de in dat kader gedane actievoorstellen
bestuderen.
Commissievoorzitter Romano Prodi heeft in dit verband het volgende verklaard:
"Nu onze eenheidsmunt, de euro, is ingevoerd, moet dringend werk worden gemaakt van het scheppen van de
voorwaarden voor de totstandkoming van waarlijk pan-Europese publiek-private partnerschappen die bereid zijn te
investeren in infrastructuur, onderzoek en innovatie. Dit is een kwalitatieve stap voorwaarts die al veel te
lang op zich heeft laten wachten. Door het voeren van een passend beleid zijn we erin geslaagd invulling te
geven aan de agenda van Lissabon. Thans moeten we echter een extra inspanning leveren om de daad bij het woord
te voegen en de nodige financiële middelen beschikbaar te stellen. De beleidsmakers op communautair en nationaal
niveau moeten immers inzien dat als we onze beperkte overheidsmiddelen niet concentreren op prioritaire
projecten en als we ons regelgevings- en administratief kader niet hervormen om in te spelen op de behoeften van
een particuliere sector die over de grenzen heen wil investeren, tal van deze projecten in 2010 dode letter
zullen zijn gebleven.
De Commissie is erin geslaagd Gallileo en de Hydrogen Economy
Partnerships van de grond te krijgen, maar dat heeft veel te lang geduurd. We moeten sneller te werk gaan als we
onze agenda willen realiseren. Ter ondersteuning van het prille herstel is een krachtig positief signaal nodig.
De Commissie, de Europese staatshoofden en regeringsleiders, en het Europees Parlement moeten samenwerken om
uitvoering te geven aan onze TEN-agenda en de uitgebreide Unie van 25 uit te bouwen tot een regio die uitblinkt
in onderzoek, ontwikkeling en innovatie."
Volgens de routekaart van de Commissie zullen de
toekomstige acties worden opgezet rond de volgende vier aanbevelingen die in oktober aan de Europese Raad zullen
worden gedaan:
Draagwijdte: Duidelijke overeenstemming tussen de staatshoofden en
regeringsleiders in oktober over de draagwijdte en omvang van het Europese groei-initiatief. Deze consensus zou
fungeren als mandaat en leidraad voor de Raad in al de samenstellingen die bij de tenuitvoerlegging van het
Europese groei-initiatief betrokken zijn.
Beleidsmaatregelen: Toezegging dat de Raad en het
Europees Parlement begin 2004 alle kernbeslissingen zullen nemen met betrekking tot de sinds juli 2003 door de
Commissie voorgestelde beleidsmaatregelen op het gebied van trans-Europese netwerken (vervoer, breedband,
eTEN's), O&O en innovatie. Het is van cruciaal belang dat de nieuwe lijst van prioritaire voorstellen op het
gebied van TEN's/vervoer (IP/03/1322), die 29 projecten omvat met een totale kostprijs van ongeveer 220 miljard
EUR, snel wordt goedgekeurd en ten uitvoer wordt gelegd. Om deze projecten van de grond te krijgen, en vooral om
de particuliere sector te overtuigen daaraan deel te nemen, moeten regeringen belangrijke beslissingen nemen op
regelgevings- en administratief gebied: invoering van de nieuwe financieringsvoorschriften voor alle TEN's,
aanneming van het voorstel voor een eurovignet en goedkeuring van het nog steeds in behandeling zijnde
maatregelenpakket inzake overheidsopdrachten en de nieuwe procedure van de concurrentiële dialoog. Wat onderzoek
en innovatie betreft, moeten de lidstaten vaart zetten achter hun werkzaamheden om vooruitgang te benchmarken,
ervaring uit te wisselen en onderling samenhangende maatregelen uit te werken om de doelstelling van 3% van het
BBP voor O&O-investeringen te halen. De sector en alle belanghebbenden worden uitgenodigd mee te werken aan het
opzetten van Europese technologieplatforms op terreinen die van essentieel belang zijn voor het
concurrentievermogen van de economie van de Unie. Ook andere verbeteringen, zoals het Gemeenschapsoctrooi en
wijzigingen in de grensoverschrijdende belasting van moeder- en dochterondernemingen en concentraties van
ondernemingen, zullen investeringen en innovatie mede in de hand werken.
Financiering: De
lidstaten wordt verzocht in te stemmen met een efficiënter en effectiever gebruik van de TEN-begrotingslijn van
de EU, die jaarlijks in 600 miljoen EUR voorziet voor de financiering van de kosten van TEN-projecten. De
bijdrage van het TEN-budget aan prioritaire projecten moet worden opgetrokken van 10 tot 30% (IP/03/1322) zoals
de Commissie voorstelt, opdat deze bijdrage kan fungeren als hefboom voor de bespoediging van de uitvoering van
de projecten. Ook de uit hoofde van het zesde EU-kaderprogramma beschikbare middelen zullen worden aangewend ter
ondersteuning van projecten van Europees belang in het kader van het Europese groei-initiatief, zoals het
opzetten van Europese technologieplatforms.
Tegelijkertijd dient de groep van de Europese
Investeringsbank (EIB) in het kader van het groei-initiatief de bestaande instrumenten af te stemmen op de
behoeften van de sectoren en een grotere betrokkenheid te betrachten bij de risicodeling in verband met
prioritaire investeringsprojecten. In haar recentste voorstel heeft de EIB zich ertoe verbonden: i) in het kader
van een nieuwe vervoersinfrastructuurfaciliteit tot het einde van het decennium 50 miljard EUR extra beschikbaar
te stellen voor TEN's; ii) in het kader van het Innovatie 2010-Initiatief 40 miljard EUR aan extra financiële
middelen te verstrekken voor investeringen in onderzoek, ontwikkeling en innovatie; iii) haar faciliteit voor
gestructureerde financiering te versterken door een groter deel van haar jaarlijkse overschotten naar deze
faciliteit over te hevelen; iv) innovatie via het beschikbaar stellen van risicokapitaal te ondersteunen door
500 miljoen EUR extra uit te trekken voor de ETF-startersregeling van het Europees Investeringsfonds. Voorts
wordt gewerkt aan innovatieve formules op het gebied van durfkapitaal en garanties om publieke en private
investeringen samen te brengen voor de financiering van onderzoek en innovatie. Een laatste maar daarom niet
minder belangrijk punt is dat de EU-lidstaten overeenkomstig de globale richtsnoeren voor economisch beleid en
met inachtneming van hun verplichtingen uit hoofde van het stabiliteits- en groeipact worden aangespoord hun
bestedingen bij te sturen in de richting van groeibevorderende investeringen in materieel en menselijk kapitaal
en kennis. De lidstaten moeten voorts de tussentijdse evaluatie van de structuurfondsen en de toewijzing van de
prestatiereserve in 2004 zoveel mogelijk aangrijpen om de doelstellingen van het Europees groei-initiatief te
bevorderen.
Follow-up: De Commissie zal inmiddels tegen de Europese Raad van december de
nodige voorstellen uitwerken om verdere vooruitgang te boeken en de acties in het kader van het groei-initiatief
te doen slagen. In aansluiting op de reeds sinds juli 2003 gedane beleidsvoorstellen is de Commissie voornemens
tegen december: i) een voorbereidende actie voor onderzoek op veiligheidsgebied voor te stellen met een budget
van circa 65 miljoen EUR voor de periode 2004-2006; en ii) de lancering van de eerste golf van Europese
technologieplatforms te voltooien teneinde het onderzoekbudget effectief af te stemmen op de
lange-termijnhorizon van de voornaamste industriële sectoren. Bovendien zal de Commissie geactualiseerde regels
voor staatssteunprocedures voor het MKB uitvaardigen en mogelijk met een voorstel komen dat erop gericht is
grensoverschrijdende fusies te vergemakkelijken. De Commissie zal tevens de mogelijkheid onder de loep nemen om
een innovatieve garantiefaciliteit in te stellen ter bevordering van de deelneming van de particuliere sector
aan PPP's voor TEN-projecten. Ten slotte overweegt de Commissie in de eerste helft van 2004 een groenboek te
publiceren over de regelgevingskwesties in verband met publiek-private partnerschappen en eventueel een
geharmoniseerde structuur van Europese fondsen te ontwikkelen om de fiscale transparantie van
risicokapitaaltransacties te waarborgen.