Het
nieuwe beleid stelt de UEFA in staat de rechten op haar succesvolle merk Champions League te blijven verkopen en
tegelijkertijd voetbal binnen het bereik te brengen van meer zenders, alsmede van internet- en
telefoonexploitanten, en geeft de clubs de mogelijkheid om een deel van deze rechten individueel te verkopen.
Het met concurrentie belaste Commissielid Mario Monti zei over de beschikking: "Dankzij het optreden van de
Commissie zal het voetbalaanbod op televisie breder en gevarieerder worden. De clubs zullen de rechten onder hun
eigen aanhang te gelde kunnen maken, en de nieuwe mediamarkten zoals die voor UMTS-diensten zullen een impuls
krijgen. Dit positieve resultaat toont aan dat voetbalrechten op een met het EU-mededingingsrecht verenigbare
wijze kunnen worden verkocht zonder dat de voor alle betrokkenen gunstige verkoop door een centrale instantie
ter discussie wordt gesteld."
De Commissie maakte aanvankelijk bezwaar tegen de gezamenlijke
verkoopregeling, die in 1999 werd aangemeld, omdat de UEFA alle televisierechten op de Champions League voor
perioden tot vier jaar als exclusief pakket aan één zender verkocht. De kopers waren vaak gratis
televisiezenders die sommige rechten aan betaalzenders konden doorverkopen. Een van de belangrijke nadelen van
de oorspronkelijke gezamenlijke verkoopregeling was dat niet alle wedstrijden rechtstreeks op tv te zien waren
en dat internet- en telefoonexploitanten helemaal geen toegang tot de rechten hadden.
De
gezamenlijke verkoopregeling van de UEFA had dus nadelige gevolgen voor de concurrentie tussen zenders. Door de
toegang tot belangrijke sportevenementen te weigeren werd ook de ontwikkeling van sportdiensten op internet en
via de nieuwe generatie mobiele telefoons gefnuikt. Dit was niet in het belang van zenders, clubs, fans en
consumenten.
De nieuwe gezamenlijke verkoopregeling van de UEFA
Naar aanleiding van de bezwaren van de Commissie heeft de UEFA een nieuwe gezamenlijke verkoopregeling
voorgesteld die deze bezwaren wegneemt en die vanaf het seizoen 2003/2004 ingaat. Het nieuwe systeem behelst het
volgende:
De UEFA zal de rechten op rechtstreekse tv-uitzending van de wedstrijden
op dinsdag en woensdag centraal blijven verkopen. De belangrijkste rechten worden gesplitst in twee pakketten
(gouden en zilveren pakket) waarvan de kopers de twee interessantste wedstrijden mogen uitkiezen.
De UEFA zal aanvankelijk het exclusieve recht hebben de resterende rechtstreekse rechten op de
Champions League(1) te verkopen. Indien zij er echter niet in slaagt dit zogenaamde bronzen pakket binnen een
bepaalde termijn te verkopen, mogen de clubs de rechten op de wedstrijden zelf verkopen.
De
nieuwe gezamenlijke verkoopregeling biedt ook mogelijkheden voor de nieuwe media, aangezien zowel de UEFA als de
voetbalclubs Champions League-inhoud kunnen aanbieden aan internetexploitanten en ondernemingen die de nieuwe
generatie van mobieletelefoondiensten met gebruikmaking van UMTS-technologie willen opstarten of uitbouwen.
De individuele voetbalclubs zullen ook, voor de eerste keer, de rechten voor
televisieuitzending op een later tijdstip kunnen exploiteren en gebruik kunnen maken van archiefmateriaal, bv.
voor de productie van video's, en hun fans aldus een beter en gevarieerder aanbod geven.
De
UEFA zal de rechten voor ten hoogste drie jaar verkopen via een openbare aanbesteding, zodat alle zenders een
bod kunnen doen.
De nieuwe gezamenlijke verkoopregeling van de UEFA betekent een vooruitgang ten
opzichte van het voorlopige compromis dat in juli 2002 met de Commissie werd bereikt en waarover een openbare
raadpleging werd gehouden (zie Publicatieblad C196 van 17 augustus 2002). Met name was overeengekomen dat
voetbalclubs niet zou worden belet rechtstreekse rechten aan gratis tv-zenders te verkopen indien er geen
redelijk bod is van een betaalzender.
Achtergrond
Gezamenlijke
verkoop op exclusieve basis beperkt de mededinging of dit nu in de sport is of welke andere sector dan ook omdat
het de productie en de prijsconcurrentie vermindert.
De verkoop van alle rechten op
exclusieve basis voor een lange periode versterkt de positie van de oude omroeporganisaties, aangezien alleen
zij voldoende financiële middelen hebben om het hoogste bod op de rechten uit te brengen. Dit leidt er weer toe
dat niet aan de behoeften van sommige zenders wordt voldaan, en zij minder goed in staat zijn hun kijkers een
een aantrekkelijk programma-aanbod voor te schotelen. Sport en films zijn twee zeer belangrijke bestanddelen
voor televisie in het algemeen en betaalzenders in het bijzonder. Zij zijn ook steeds belangrijker voor de
ontwikkeling van nieuwe technologieën.
De Commissie kon de gezamenlijke verkoop van de
rechten op de Champions League dan ook alleen goedkeuren indien de regeling zo zou worden gewijzigd dat zij aan
de voorwaarden van artikel 81, lid 3, van het Verdrag zou voldoen. Overeenkomstig deze bepaling kan de Commissie
concurrentiebeperkende regelingen vrijstellen indien zij "bijdragen tot verbetering van de productie of van de
verdeling der prodcuten of tot verbetering van de technische of economische vooruitgang, mits een billijk
aandeel in de daaruit voortvloeiende voordelen de gebruikers ten goede komt".
De Commissie
onderzoekt tevens gezamenlijke verkoopregelingen voor nationale voetbalcompetities.
(1)De
Champions League is een jaarlijks tournooi tussen de beste Europese voetbalclubs er nemen 72 clubs aan deel uit
de Europese Unie en uit derde landen. Het hoofdtoernooi, dat in september begint, omvat de 32 clubs die zich
hebben gekwalificeerd. Het seizoen van de Champions League eindigt in mei van het volgende jaar.