De Europese Commissie heeft Denemarken officieel verzocht zijn wetgeving,
die bepaalt dat bijdragen aan buitenlandse pensioenfondsen fiscaal niet aftrekbaar zijn terwijl bijdragen aan
Deense fondsen dat wel zijn, te wijzigen. De Commissie heeft tevens België, Spanje, Frankrijk, Italië
en Portugal officieel verzocht haar informatie te verstrekken over door hen gehanteerde fiscale bepalingen die
een soortgelijke discriminatie lijken in te houden. De Commissie is van mening dat een voorkeursbehandeling
voor binnenlandse pensioenfondsen onverenigbaar is met het EG-Verdrag, dat het vrij verrichten van diensten en
het vrije verkeer van werknemers en kapitaal garandeert. Het optreden van de Commissie sluit aan bij het door
haar gevoerde beleid waarbij zij de Verdragsregels rechtstreeks toepast op gevallen van fiscale discriminatie
ten aanzien van pensioenfondsen die in een andere lidstaat zijn gevestigd, zoals aangekondigd in haar mededeling
over de belasting van pensioenen van 19 april 2001 (zie IP/01/575).
"Fiscale
discriminatie van buitenlandse pensioenfondsen is onaanvaardbaar" aldus Frits Bolkestein, commissaris voor
belastingen en de interne markt. "Werknemers mogen niet worden verplicht om fiscale redenen een nieuwe
pensioenverzekering te nemen wanneer zij in een andere lidstaat gaan werken, en werkgevers zouden pan-Europese
pensioenfondsen moeten kunnen opzetten. We zullen geen volledig functionerende interne markt voor
arbeidspensioenen hebben, ook niet als de pensioenfondsenrichtlijn wordt goedgekeurd, tenzij de lidstaten de
discriminatie van buitenlandse pensioenfondsen stopzetten."
Op 28 januari 1992
oordeelde het Europese Hof van Justitie in de zaak-Bachmann (C-204/90) dat de Belgische regels die de fiscale
aftrekbaarheid beperkten tot aan Belgische verzekeringsinstellingen betaalde bijdragen, gerechtvaardigd waren
door de noodzaak om de samenhang van het Belgische belastingstelsel te handhaven. De Commissie is evenwel van
mening dat de daaropvolgende uitspraken van het Hof in de zaken Wielockx (C-80/94), Jessica Safir (C-196/98) en
Danner (C-136/00) de speelruimte van de lidstaten om afwijkende en zwaardere fiscale regels toe te passen voor
in andere lidstaten gevestigde verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen, aanzienlijk beperken.
De Commissie heeft daarom Denemarken officieel verzocht zijn belastingwetgeving te wijzigen
en pensioenbijdragen aan in andere lidstaten gevestigde pensioenfondsen fiscaal op dezelfde wijze te behandelen
als bijdragen aan binnenlandse fondsen. Dit gebeurde in een met redenen omkleed advies, de tweede stap in de
inbreukprocedure van artikel 226 van het EG-Verdrag. Als Denemarken de Commissie binnen twee maanden geen
overtuigend antwoord geeft, kan deze de zaak bij het Hof van Justitie aanhangig maken.
Daarnaast heeft de Commissie inbreukprocedures ingeleid tegen België, Spanje, Frankrijk, Italië en
Portugal, omdat zij fiscale regels voor bijdragen aan buitenlandse pensioenfondsen toepassen die een
soortgelijke discriminatie lijken in te houden. Deze landen hebben een schriftelijke aanmaning ontvangen, de
eerste stap in de inbreukprocedure van artikel 226.
Beleid van de Commissie
inzake de belasting van pensioenen
In haar mededeling van 19 april 2001 heeft de
Europese Commissie de opheffing van de fiscale barrières voor grensoverschrijdende arbeidspensioenregelingen een
prioriteit genoemd en een alomvattende juridische analyse van de problematiek gepresenteerd. Zij heeft erop
gewezen dat mobiele werknemers in hun recht van vrij verkeer worden beperkt, als zij geen fiscale aftrek mogen
toepassen voor hun bijdragen aan hun oorspronkelijke pensioenregeling. De fiscale discriminatie verhindert ook
pensioenfondsen gebruik te maken van hun vrijheid van dienstverrichting. Tot slot weerhoudt de fiscale
discriminatie ondernemingen met vestigingen in verschillende lidstaten ervan hun arbeidspensioenregelingen samen
te brengen in één regeling voor al hun werknemers in de hele Unie. Zo'n centralisatie zou ondernemingen
aanzienlijke schaalvoordelen opleveren en de beheerskosten fors doen dalen. De Commissie schreef daarop alle
lidstaten aan met de vraag of hun nationale belastingregels inzake pensioenen in overeenstemming waren met haar
juridische analyse, en zij neemt nu, op basis van de door haar ontvangen antwoorden, actie op de gebieden waar
zij de zwaarste inbreuken op de vrijheden van het Verdrag vaststelt.
Pensioenfondsenrichtlijn
In oktober 2000 heeft de Commissie een
voorstel ingediend voor een pensioenfondsenrichtlijn die betrekking had op instellingen voor
arbeidspensioenvoorziening (pensioenfondsen en -regelingen enz.) (zie IP/00/1141). Doel is om op het niveau van
de Europese Unie een kader voor bedrijfseconomisch toezicht te creëren dat sterk genoeg is om de rechten van de
toekomstige gepensioneerden te beschermen en de betaalbaarheid van de arbeidspensioenen te verbeteren. Het
voorstel voor een richtlijn beoogt ook instellingen die in één lidstaat gevestigd zijn, de mogelijkheid te geven
pensioenregelingen voor ondernemingen in andere lidstaten te beheren. Op 5 november 2002 heeft de Raad, in
aansluiting op het politieke akkoord dat op de Ecofin-Raad van 5 juni 2002 werd bereikt (zie IP/02/820), een
gemeenschappelijk standpunt over dit voorstel aangenomen. Het verslag in tweede lezing van het Europees
Parlement wordt verwacht in maart 2003.
De laatste stand van zaken op het gebied van
inbreukprocedures met betrekking tot alle lidstaten kan worden geraadpleegd op de volgende website:
http://europa.eu.int/comm/secretariat_general/sgb/droit_com/index_en.htm