Europa zou het voortouw kunnen nemen bij de invoering van de volgende internetgeneratie. De Europese Commissie schetste vandaag de voornaamste stappen die Europa moet nemen om zich voor te bereiden op de volgende golf van de informatierevolutie die de komende jaren versterkt zal worden als gevolg van nieuwe tendensen als sociale netwerken, de definitieve overschakeling naar onlinedienstverlening in het bedrijfsleven, nomadische, op GPS gebaseerde diensten en mobiele televisie alsmede de groei van smart tags. Uit het verslag bleek dat Europa in een goede positie verkeert om optimaal gebruik te maken van deze tendensen omdat het Europese beleid zich richt op open en concurrentiebevorderende telecomnetwerken en bescherming van privéleven en veiligheid.
Vandaag heeft de Commissie het startsein gegeven voor een openbare raadpleging over het beleid en het antwoord van de privé-sector op deze mogelijkheden. In het verslag van de Commissie wordt ook een nieuwe index voor breedbandgebruik (BPI) voorgesteld aan de hand waarvan nationale prestaties op het gebied van belangrijke maatregelen zoals breedbandsnelheid, prijs, concurrentie en penetratie met elkaar kunnen worden vergeleken. Zweden en Nederland staan aan de top van deze Europese breedbandranglijst die een aanvulling vormt op de meer traditionele breedbandpenetratieindex die tot dusverre door telecomregelgevers werd gebruikt.
"Het internet van de toekomst zal onze samenleving ingrijpend veranderen," verklaarde Viviane Reding, commissaris voor Informatiemaatschappij en media. "Web 3.0 betekent naadloos netwerken voor zaken, vrije tijd en op sociaal vlak overal en altijd met behulp van snelle, betrouwbare en veilige netwerken. Het betekent het eind van de kloof tussen mobiele en vaste lijnen. Het vertegenwoordigt een kwantumsprong op de schaal van het digitale universum tegen 2015. Europa beschikt over de knowhow en de netwerkcapaciteit om het voortouw te nemen bij deze omschakeling. Wij moeten ervoor zorgen dat Web 3.0 in Europa wordt gemaakt en gebruikt."
Europese internetgebruikers maken steeds meer gebruik van sneller en goedkoper internet: de helft van hen had eind 2007 toegang tot breedband met meer dan 2 megabits per seconde (MBps), een snelheid die twee maal hoger ligt dan een jaar geleden en tv over het internet mogelijk maakt. 70% van de plattelandsbevolking van de 27 EU-landen beschikt over breedband zodat de kloof met totale penetratie (93%) steeds meer gedicht wordt. Afgelopen jaar steeg de breedbandpenetratie op het platteland in de EU-25 met 8 procentpunten.
Dit betekent dat er een nieuwe generatie van internetgebruik op komst is die een duidelijk potentieel heeft. In 2007 maakte een kwart van de Europeanen gebruik van web 2.0 sites. Tegelijkertijd maakt het bedrijfsleven gebruik van toepassingen voor sociale netwerken. Verwacht wordt dat op het internet gebaseerde bedrijfssoftware in de periode 2006-2011 over de hele wereld met 15% zal toenemen.
Voor nieuwe technologietoepassingen zal een universele internetdekking nodig zijn. Het internet van de dingen betekent dat men voor draadloze interactie tussen machines, voertuigen, apparaten, sensoren en tal van andere instrumenten gebruik zal kunnen maken van het internet. Nu zijn er al elektronische reisbiljetten en binnenkort zullen mobiele apparaten informatie kunnen uitwisselen om betalingen te verrichtingen of informatie op te vragen van elektronische informatieborden. Volgens de prognoses zal dergelijke technologie tegen 2015 zijn ingebouwd in meer dan 1 miljard telefoontoestellen.
Het gaat hier om belangrijke kansen voor het EU-bedrijfsleven zolang er maar genoeg geïnvesteerd wordt in hogesnelheidsbreedbandtoegang en steun voor innovatie en onderzoek. In haar mededeling verklaart de Commissie dat de EU investeringen moet stimuleren in de volgende generatie breedbandtoegang, bijvoorbeeld door de plaatselijke autoriteiten hier meer mee bij te betrekken; zij kunnen de toegang tot kabelschachten (of het aanleggen van nieuwe schachten) vergemakkelijken zodat snellere glasvezelkabels voor breedband kunnen worden aangelegd wanneer civiele werken worden uitgevoerd, het internet openhouden voor concurrentie, voorkomen dat de consument bij zijn keuze geconfronteerd wordt met oneerlijke beperkingen, het vertrouwen van de consument in het gebruik van het internet versterken en onderzoek financieren in het internet van de toekomst.
De mededeling gaat vergezeld van een nieuwe nieuwe index voor breedbandgebruik die de concurrentie, penetratie, snelheid en kwaliteit van interntoegang in heel Europa vergelijkt (zie bijlage). De index laat zien dat de EU dankzij een open en concurrerend klimaat voor investeringen, nu reeds in een goede positie verkeert om deze breedbandmogelijkheden te benutten. De index toont een ranglijst van EU-landen aan de hand van hun prestaties op het gebied van hogesnelheidinternet. Hierbij wordt gekeken naar de voornaamste factoren die van invloed zijn op de ontwikkeling van snellere breedband, zodat duidelijk wordt waar verbeteringen nodig zijn.
De index toont aan dat Zweden en Nederland duidelijke koplopers zijn in de EU, dankzij een concurrentievriendelijke omgeving en competente burgers en bedrijven die geavanceerde diensten kunnen gebruiken. Gebrekkige concurrentie kan investeringen in geavanceerde technologieën daarentegen belemmeren en resulteren in hoge prijzen. Sociale factoren zoals het gebrek aan digitale vaardigheden, beperkte computerpenetratie en lage ICT-investeringen lijken eveneens belangrijke obstakels voor verdere ontwikkelingen.
De mededeling van de Commissie over toekomstige netwerken en het internet is te vinden op:
http://ec.europa.eu/information_society/eeurope/i2010/bpi/index_en.htm
De openbare raadpleging over het internet van de dingen is te vinden op:
http://ec.europa.eu/yourvoice/ipm/forms/dispatch?form=IOTconsultation