Voor de Europese burgers
is een gezond milieu even belangrijk voor hun levenskwaliteit als de toestand van de economie en sociale
factoren, zo blijkt uit een nieuwe Eurobarometerenquête. De milieuproblemen waarover zij zich het meeste
zorgen maken, zijn waterverontreiniging, door de mens veroorzaakte rampen, klimaatverandering,
luchtverontreiniging en problemen ten gevolge van chemicaliën. Dit is de eerste enquête waarin naar
de houding ten opzichte van het milieu wordt gepeild in de uitgebreide EU-25.
"De resultaten van
deze enquête bewijzen dat de Europese burgers bijzonder begaan zijn met het milieu en ervan overtuigd zijn
dat er een wezenlijk verband is tussen het milieu en hun levenskwaliteit. De burgers geven hiermee een duidelijk
signaal: zij willen dat de Commissie inspanningen blijft leveren om een hoog niveau van milieubescherming te
garanderen. Uit de enquêteresultaten blijkt ook dat het publiek deelt in de overtuiging van de Commissie
dat een sterk milieubeleid de motor kan zijn van innovatie en groei", verklaarde Stavros Dimas, Europees
Commissaris voor milieu.
BELANGRIJKSTE RESULTATEN
De grote meerderheid van de
EU-burgers (88% van de respondenten) vindt dat de beleidsmakers rekening moeten houden met milieu wanneer zij
beleid opstellen op andere gebieden, zoals economie en werkgelegenheid. Vooral in de nieuwe lidstaten vond dit
standpunt veel bijval. Gevraagd naar de invloed van economische, sociale en milieufactoren op hun
levenskwaliteit, gaf 72% van de burgers aan dat milieufactoren "heel veel" of "veel" invloed hadden. Voor
economische factoren bedroeg dit resultaat 78% en sociale factoren scoorden even hoog als milieufactoren (72%).
Deze resultaten bevestigen die van de Eurobarometerenquête van februari 2005 over de
Lissabonagenda, waaruit bleek dat de overgrote meerderheid van de burgers beleidsmaatregelen op het vlak van
milieubescherming in de eerste plaats als een stimulans voor innovatie beschouwen (64%) en niet als een
hinderpaal voor economische prestaties (20%). Uit deze enquête bleek ook dat de burgers van de Europese
Unie milieubescherming belangrijker vinden dan economisch concurrentievermogen (63% was het eens met deze
stelling, 24% niet).
De burgers zijn van mening dat beleidsbeslissingen met betrekking tot het
milieu het best op het niveau van de Europese Unie (33% vs. 30% in 2002) en de nationale regeringen (stabiel op
33%) kunnen worden genomen.
De Europese burgers maken zich vooral zorgen over milieuproblemen die
een directe invloed hebben op hun leven: waterverontreiniging (47%), door de mens veroorzaakte problemen zoals
olierampen en industriële ongevallen (46%), klimaatverandering en luchtverontreiniging (allebei 45%) en
milieuproblemen ten gevolge van chemicaliën (35%). Er kwamen echter enkele opmerkelijke verschillen tussen
de voormalige EU-15 en de tien nieuwe lidstaten (EU-10) aan het licht. In de EU-15 prijkt klimaatverandering
bijvoorbeeld helemaal bovenaan de prioriteitenlijst, terwijl het in de EU-10 pas op de zevende plaats komt.
Op de vraag of ze zich voldoende geïnformeerd voelden over milieuproblemen, antwoordde 54%
bevestigend, tegenover 44% ontkennend. Vooral wat de gezondheidsgevolgen van chemicaliën (41%) en GGO's
(40%) betreft, werd de informatie als gebrekkig ervaren.
De burgers hebben het meeste vertrouwen in
milieu-informatie van milieuverenigingen (42% vs. 48% in 2002), wetenschappers (32% vs. 35% in 2002) en de
televisie (27% vs. 18% in 2002). In vergelijking met de vorige enquête uit 2002 is het vertrouwen in de
media aanzienlijk gestegen.
ACHTERGROND
De enquête vond plaats tussen 27 oktober
en 29 november 2004 bij een steekproefgroep van ongeveer 1 000 burgers in elke lidstaat.