AA
(26/05/04) Hernieuwbare energie: Commissie roept de lidstaten ertoe op meer inspanningen te leveren om de doelstellingen van 2010 te verwezenlijken

De Commissie heeft een nieuwe mededeling goedgekeurd over "Het aandeel van hernieuwbare energie in de EU", waarin wordt nagegaan welke vooruitgang de EU15 moeten boeken om tegen 2010 22% van hun elektriciteit op basis hernieuwbare energiebronnen te produceren en, meer in het algemeen, om 12% van hun volledige energieverbruik op basis van hernieuwbare bronnen te produceren. In 2001 bedroeg het aandeel van hernieuwbare energiebronnen 6%, tegenover 40% voor olie, 23% voor aardgas, 15% voor vaste brandstoffen en 16% voor kernenergie. Tot dusver hebben slechts enkele lidstaten een aantrekkelijk kader voor hernieuwbare energiebronnen opgesteld. Gezien deze magere resultaten spoort de Commissie de lidstaten aan passende maatregelen te nemen om de doelstelling van 2010 te verwezenlijken. De Commissie stelt voor aanvullende concrete acties te ondernemen op nationaal en communautair niveau.

"Deze mededeling komt op het juiste moment. Europa wordt immers geconfronteerd met stijgende olieprijzen en moet maatregelen nemen om de uitstoot van broeikasgassen te beperken. Het is nog niet te laat voor de lidstaten om hun beleid te wijzigen, zodat hernieuwbare energie eindelijk van de grond komt in Europa", verklaarde vice-voorzitter Loyola de Palacio.

DRIE DOELEN

Met de vandaag goedgekeurde mededeling streeft de Commissie drie doelen na:
(1) zij gaat na in hoeverre de EU15 vooruitgang heeft geboekt bij de verwezenlijking van de doelstelling om tegen 2010 22% van hun elektriciteit op basis van hernieuwbare energiebronnen produceren;
(2) zij beoordeelt de haalbaarheid van de doelstelling om tegen 2010 12% van het totale energieverbruik op basis van hernieuwbare bronnen te produceren;
(3) zij doet voorstellen voor concrete acties die de EU25 op nationaal en communautair niveau dienen te nemen in het kader van de Wereldconferentie over duurzame energie, die in juni 2004 in Bonn zal worden gehouden.

Op basis hiervan wordt in de mededeling ook nagegaan welke doelstellingen de Unie zich voor 2020 moet stellen. In de mededeling wordt ertoe opgeroepen het doel dat door belanghebbenden en door het Europees Parlement voor 2020 is voorgesteld, namelijk een aandeel van 20% bereiken in de EU25, grondig te analyseren. Deze analyse moet uiterlijk in 2005 worden uitgevoerd zodat in 2007 het debat over het doel voor de periode na 2010 kan worden geopend.

BEOORDELING VAN DE VOORUITGANG

Volgens de voorspellingen zal de EU15 met de huidige nationale beleidsmaatregelen tegen 2010 slechts 18 à 19% van zijn totale energieverbruik uit hernieuwbare energiebronnen halen, in plaats van de vooropgestelde 22%. Uit analyses blijkt dat slechts vier lidstaten (Duitsland, Denemarken, Spanje en Finland) op de goede weg zijn om hun nationale doelstellingen te verwezenlijken. Deze landen hebben een aantrekkelijk kader voor hernieuwbare energiebronnen opgesteld. Verscheidene andere lidstaten hebben recentelijk echter nieuwe wetgeving goedgekeurd die hun in staat zou kunnen stellen hun nationale doelstellingen te verwezenlijken.

Waarschijnlijk zal tegen 2010 dubbel zoveel windenergie worden geproduceerd dan aanvankelijk was verwacht. Europa is wereldmarktleider op het vlak van technologie voor windenergie, met een marktaandeel van 90%. In Denemarken bedroeg het aandeel van windenergie in 2002 14% en in 2003 bijna 16%. Windenergie heeft een sterke groei gekend tot 60 TWh in een jaar met gemiddelde windsterkte, maar heeft nog steeds maar een aandeel van 2,4% in het totale elektriciteitsverbruik van de EU. Bovendien weegt de sterke groei van windenergie niet op tegen de trage ontwikkeling van installaties om energie uit biomassa te winnen. Uit analyses blijkt dat het beleidskader op dit gebied beter moet worden gecoördineerd. Om stabiele groei mogelijk te maken is het van essentieel belang dat de toegang van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen tot het elektriciteitsnet wordt verbeterd en dat administratieve belemmeringen uit de weg worden geruimd.

BEOORDELING VAN DE HAALBAARHEID

Om tegen 2010 12% van het totale energieverbruik op basis van hernieuwbare bronnen te produceren, moeten niet alleen in de elektriciteitssector, maar ook op het gebied van vervoer, verwarming en energie-efficiëntie maatregelen worden genomen. Op deze gebieden zijn reeds verscheidene richtlijnen goedgekeurd, bijvoorbeeld wat de bevordering van biobrandstoffen, de energieprestaties van gebouwen en de bevordering van warmtekrachtkoppeling betreft. Wanneer deze richtlijnen strikt worden toegepast, zal in het beste geval een aandeel van 10% worden bereikt. Om de vooropgestelde 12% te halen, zijn extra inspanningen in de sector verwarming noodzakelijk. In Duitsland, Oostenrijk, Spanje, Frankrijk, Italië, het Verenigd Koninkrijk en Zweden wordt het gebruik van biobrandstoffen aangemoedigd via fiscale maatregelen, maar ook op dit gebied moeten nog meer inspanningen worden geleverd.

VOORSTELLEN VOOR CONCRETE ACTIES OP NATIONAAL EN COMMUNAUTAIR NIVEAU

De Europese Commissie is van mening dat de inspanningen weliswaar de goede richting uitgaan, maar toch nog onvoldoende zijn. Er moeten betere ondersteuningsprogramma's worden ontwikkeld, met volledige inachtneming van de regels van het Verdrag. Volgens ramingen is een investering van 10 tot 15 miljard euro per jaar nodig om de doelstelling van 12% in de EU15 te halen. Deze investering kan door de overheidssector worden gedragen, maar steun van de privé-sector is onontbeerlijk. Het succes van windenergie in drie lidstaten moet tot de rest van de EU worden uitgebreid, met inbegrip van de groene certificaten, marktmechanismen, belastingvrijstellingen enz.

Bovendien stelt de Commissie voor om de bevordering van hernieuwbare energiebronnen volledig te integreren in de structuur- en cohesiefondsen en in de internationale samenwerkingsprogramma's van de EU. De inspanningen op het vlak van onderzoek en ontwikkeling moeten worden opgevoerd en het brede publiek moet sneller worden gewonnen voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie op het vlak van hernieuwbare energiebronnen en energie-efficiëntie in Europa.

Daarenboven zal de Commissie nieuwe concrete maatregelen nemen, met name een gecoördineerd plan om energiewinning uit biomassa in de EU te bevorderen. Zij zal ook haar inspanningen ten gunste van biobrandstoffen opvoeren, de mogelijkheden voor een EU-beleid inzake windmolenparken op zee evalueren en de benodigde netwerkinfrastructuur versterken.

Met het oog op de Wereldconferentie over duurzame energie, die in juni 2004 in Bonn plaatsvindt, bevestigt de Commissie dat energie, en met name hernieuwbare energie, een van de belangrijkste middelen is om armoede te verlichten en duurzame ontwikkeling op lange termijn tot stand te brengen.

Reactie Europese Groenen

GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?