AA
(25/01/06) Commissie presenteert jaarlijkse voortgangsverslag over groei en werkgelegenheid

De Europese Commissie heeft vandaag haar nieuwe jaarlijkse voortgangsverslag over de Lissabon-strategie gepresenteerd, het partnerschap tussen de EU en de lidstaten voor groei en meer en betere banen. Het doel van dit voortgangsverslag is om de uitvoering en het tempo daarvan een nieuwe impuls te geven. Het verslag bestaat uit drie onderdelen. Eerst worden de nationale hervormingsprogramma’s geanalyseerd die de 25 lidstaten in oktober 2005 indienden. Vervolgens worden de sterke punten van de nationale programma’s beschreven zodat er een uitwisseling van goede ideeën kan ontstaan. Tot slot worden de lacunes beschreven en worden concrete maatregelen op Europees en nationaal niveau voorgesteld om deze aan te vullen. Er worden vier prioritaire actiegebieden onderscheiden: investeringen in onderwijs, onderzoek en innovatie; facilitering van het MKB; werkgelegenheidsbeleid om mensen aan het werk te krijgen; veiligstellen van de energievoorziening. Op elk van deze terreinen worden in het voorjaarsverslag van de Commissie duidelijke voorstellen gedaan waarover de Europese leiders een besluit kunnen nemen tijdens de Voorjaarsraad in Brussel in maart en die voor 2007 zouden moeten worden uitgevoerd (zie hieronder).

Commissievoorzitter Barroso: “De kern van mijn boodschap is duidelijk: het is tijd om onze inspanningen op te voeren. Er waait een frisse wind door Brussel en de hoofdsteden van de lidstaten sinds we vorig jaar de Lissabon-strategie een nieuwe impuls hebben gegeven. De activiteiten zijn duidelijk opgevoerd. Sinds vorig jaar hebben we een lange weg afgelegd en inmiddels is een solide basis gelegd. Uit het feit dat er 25 nationale hervormingsprogramma’s op tafel liggen, blijkt duidelijk de hernieuwde inzet van de lidstaten. Nu moeten we onze aandacht gaan verleggen naar de uitvoering. De lidstaten moeten het heft in handen nemen en haast maken met de hervormingen. Over 95 procent van de inhoud van deze verslagen bestaat algemene overeenstemming; nu moeten de lidstaten er algemene praktijk van maken. Ze moeten de politieke wil vinden om de daad bij het woord te voegen – het is tijd om onze inspanningen op te voeren.”

“Onze ambitie is duidelijk. We streven naar topuniversiteiten, hooggeschoolde en gekwalificeerde beroepsbevolkingen, sterke socialezekerheids- en pensioenstelsels, de meest concurrerende industrieën en het schoonste milieu. Tegen de mensen die zeggen dat dat niet mogelijk is, zeg ik: wie had een jaar of tien geleden gedacht dat Ierland een van de meest welvarende landen van de Europese Unie zou worden, of dat de productiviteit in Polen hoger zou zijn dan die in Zuid-Korea? We kunnen en moeten er een schepje bovenop doen om groei en werkgelegenheid te bewerkstelligen.”

Op de EU-top in maart zal de leiders van de Europese landen worden gevraagd om op de volgende vier prioritaire actiegebieden extra (nationale en Europese) maatregelen te treffen:

1. Investeringen in onderwijs en onderzoek

- De investeringen in hoger onderwijs moeten tussen nu en 2010 worden opgevoerd tot 2% van het BBP ten opzichte van de huidige 1,28%, onder andere door het universiteiten gemakkelijker te maken private financiering aan te trekken.

- Reeds in maart moet elke lidstaat een duidelijk streefcijfer bepalen voor de totale uitgaven aan onderzoek en ontwikkeling in 2010.

- Een groter aandeel van staatssteun (25%) en de structuurbijdragen moet worden besteed aan onderzoek en ontwikkeling.

- Eind 2007 moet er een Europees technologie-instituut zijn.

- om de inzetbaarheid op de arbeidsmarkt van alle burgers te vergroten moeten scholen meer prioriteit geven aan het wiskunde- en vreemde-talenonderwijs.

2. Meer vrijheid voor het MKB en het potentieel van ondernemingen tot ontplooiing laten komen

- In 2007 moeten lidstaten één aanspreekpunt hebben ingesteld om toekomstige ondernemers van dienst te zijn en bedrijven in staat te stellen bij één loket al hun administratieve verplichtingen af te handelen;

- De gemiddelde duur voor het starten van een onderneming moet eind 2007 gehalveerd zijn en vervolgens verder worden teruggebracht tot één week of minder.

- Alle leerlingen moeten als onderdeel van het onderwijsprogramma les krijgen in ondernemerschap.

- Elke lidstaat moet een systeem opzetten om na te gaan wat de last is van administratieve verplichtingen. De Commissie zal zelf een uitgebreid onderzoek doen naar manieren om de kosten die het gevolg zijn van EU-regelgeving of de tenuitvoerlegging van EU-regels in nationale wetgeving, kunnen worden teruggebracht.

- De Commissie zal een einde maken aan de aanmeldingsverplicht voor bepaalde categorieën van staatssteun van beperkte omvang, hetgeen gunstig zou moeten zijn voor het MKB.

3. Mensen aan het werk krijgen

- Om de werkgelegenheidspercentages te doen stijgen en de pensioenen en de gezondheidszorg voor een verouderende bevolking te kunnen dragen, moeten lidstaten een werkgelegenheidsbeleid ontwikkelen dat de hele levenscyclus omspant, waarbij mensen op elke leeftijd de ondersteuning krijgen die zij nodig hebben.

- Vanaf eind 2007 moet elke schoolverlater of afgestudeerde binnen zes maanden na het werkloos worden een baan, stage of aanvullende opleiding worden geboden; vanaf 2010 moet deze termijn zijn teruggebracht tot 100 dagen.

- Er moeten grotere inspanningen worden gedaan om de nationale doelstellingen voor het verstrekken van betaalbare en kwalitatief hoogstaande kinderopvang te realiseren, evenals maatregelen om de gelijke behandeling van mannen en vrouwen op het werk te bevorderen en de combinatie van werk en gezin te vergemakkelijken.

- “Actief ouder worden” moet in de praktijk worden gebracht, met meer opleiding voor werknemers van 45 jaar en ouder, financiële prikkels om langer aan het werk te blijven en mogelijkheden voor werken in deeltijd.

- De Commissie organiseert een buitengewone sociale top en komt eind 2007 met een rapport over het evenwicht tussen flexibiliteit en werkzekerheid (“flexzekerheid”).

4. Efficiënte, veilige en duurzame energievoorziening

De Commissie pleit er in het verslag voor Europa te mobiliseren om de uitdagingen van de stijgende olie- en gasprijzen en het vraagstuk van de milieuvervuiling het hoofd te bieden. Het bevat een onverbloemde boodschap aan de EU-leiders: energie is een mondiaal vraagstuk waarop een Europees antwoord nodig is. Dat betekent:

- Betere coördinatie tussen de Europese elektriciteitsnetten en gaspijpleidingstelsels, betere regulering van de energiemarkten en meer concurrentie.

- Meer fiscale en andere prikkels om het gebruik van duurzame energiebronnen te stimuleren en het onderzoek naar energie-efficiëntie, schone energie en hernieuwbare energiebronnen te intensiveren.

- Europa moet “met één stem spreken” in de onderhandelingen met externe leveranciers die meer en meer van onze energie zullen leveren.

- De Commissie zal bij aanvang van het voorjaar 2006 een Groenboek publiceren.

ACHTERGRONDINFORMATIE

DE NATIONALE HERVORMINGSPROGRAMMA’S (NHP’S)

De Commissie beoordeelt in haar Voorjaarsverslag voor de eerste maal elk van de nationale hervormingsprogramma’s van de lidstaten. Deze programma’s hebben een gemeenschappelijke basis, namelijk de 24 geïntegreerde beleidsrichtsnoeren zoals goedgekeurd door de Raad (zie MEMO/05/123). De essentie van een partnerschap is dat elke lidstaat kan leren van de kennis, ervaring en goede ideeën van de andere lidstaten waardoor in de praktijk werkelijk effect kan worden gesorteerd. De Commissie onderzoekt welke terreinen zich het best lenen voor het toepassen van goede praktijken van andere lidstaten en helpt hen bij het overnemen van veelbelovende beleidsvoornemens van andere lidstaten.

Over de nationale hervormingsprogramma’s zegt Voorzitter Barroso: “De inspiratie ligt voor het grijpen. Alle lidstaten komen met ideeën die de anderen kunnen aanpassen en overnemen en ik feliciteer hen daarmee. Maar de resultaten zijn nog ongelijk en de Commissie zal zich nog meer gaan inspannen om het proces te sturen. Uit dit verslag blijkt al duidelijk dat wij geen stille partner zullen zijn. Wij uiten onze waardering wanneer dit gerechtvaardigd is en geven opbouwende kritiek waar dit nuttig kan zijn.”

DE VOLGENDE STAPPEN

Het verslag van de Commissie zal in maart worden voorgelegd aan de Europese Voorjaarsraad, wanneer de Commissie staatshoofd en regeringsleiders zal vragen de benodigde toezeggingen te doen.

De Commissie zal de lidstaten helpen bij hun inspanningen om de nationale hervormingsprogramma’s uit te voeren en met hen overleggen over de wijze waarop de programma’s kunnen worden versterkt en over hoe ervoor kan worden gezorgd dat andere EU-instrumenten zoals cohesiefondsen met succes kunnen worden gebruikt om groei en werkgelegenheid te genereren.

Tot slot zal de Commissie het Lissabon-programma van de Gemeenschap bijwerken (zie IP/05/973). Ruim de helft van de geplande maatregelen op EU-niveau is reeds goedgekeurd door de Commissie, ofschoon ze pas werkelijk effect kunnen sorteren nadat zij ook door het Europees Parlement en de Raad zijn onderschreven.

Zie voor verdere informatie over het voorjaarsverslag en de macro-economische, micro-economische en werkgelegenheidshoofdstukken van de bijlage MEMO/06/23.

De volledige tekst van het verslag kan worden geraadpleegd op de aan groei en werkgelegenheid gewijde website van de Commissie

De nationale hervormingsprogramma’s

GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?