De Europese Commissie heeft vandaag besloten een financieringspakket goed te keuren dat
het Vlaamse Gewest de mogelijkheid biedt in de periode 2001-2004 tot 342 miljoen euro toe te kennen aan
zeehavens in Vlaanderen voor investeringen in haveninfrastructuur, inclusief baggerwerken.
Een gedeelte van deze overheidsbijdrage zal worden gebruikt voor noodzakelijke instandhoudings- en
onderhoudswerkzaamheden (met name baggeren) van de maritieme toegangswegen tot de havens van Antwerpen,
Brugge-Zeebrugge en Oostende, en van zeesluizen en interne toegangswegen in deze havens (kanaaldokken en
zwaaikommen). Een ander gedeelte zal worden besteed aan de bouw en het onderhoud van haveninfrastructuur, zoals
dokken, kaaimuren, steigers, landingsbruggen, roll-on/roll-off-hellingen, spoorweg- en dienstlijnen van
plaatselijk belang en interne toegangswegen.
Na onderzoek van de financiële steun in het
licht van de communautaire staatssteunregels, is de Commissie tot de conclusie gekomen dat de
overheidsfinanciering voor maritieme toegangswegen en zeesluizen geen staatssteun is. De Commissie is van
oordeel dat het garanderen van geschikte toegangswegen naar en in de havens geen economische activiteit is die
de concurrentie tussen de lidstaten zal verstoren, maar een overheidstaak die het algemeen belang dient en ten
goede komt aan de Unie in haar geheel. Daarom valt deze financieringsmaatregel niet onder de
staatssteunregels.
Wat de steun voor haveninfrastructuur betreft, kan de Commissie niet
uitsluiten dat er sprake is van staatssteun. De door het Vlaamse Gewest verstrekte overheidsfinanciering kan
immers worden gebruikt ter ondersteuning van een economische activiteit die door de havenautoriteit in kwestie
wordt uitgevoerd en deze autoriteit kan daar economisch voordeel uit halen ten opzichte van haar concurrenten.
Aangezien zeehavens niet alleen een essentiële component van een duurzaam en intermodaal vervoerssysteem vormen
maar ook als regionale centra van economische en sociale ontwikkeling worden beschouwd, past de ontwikkeling van
dergelijke havens echter perfect in het vervoers- en territoriale beleid van de EU. De maatregel voldoet ook aan
de criteria die de Commissie in de juridische praktijk hanteert ten aanzien van de financiering van
infrastructuur. De Commissie is dan ook tot de conclusie gekomen dat de steun in kwestie de concurrentie niet in
die mate verstoort dat het gemeenschappelijk belang in het gedrang komt.