De Europese Commissie doet een beroep op de
vertegenwoordigers van werknemers en werkgevers (de sociale partners) op Europees niveau om hun rol te vervullen
bij het aan de ontwikkelingen aanpassen van belangrijke elementen van de richtlijn betreffende de organisatie
van de arbeidstijd. Na een raadpleging op Europese schaal eerder dit jaar heeft de Europese Commissie enkele
specifieke thema’s geïdentificeerd waarover de sociale partners zouden moeten onderhandelen. In de eerste plaats
dient, na de recente arresten van het Hof van Justitie betreffende wachtdiensten van werkers in de
gezondheidszorg, verduidelijkt te worden in hoeverre deze wachtdiensten als arbeidstijd moeten worden beschouwd.
In de tweede plaats dient misbruik bij de toepassing van het individuele recht van opt-out met betrekking tot de
werkweek van 48 uur aangepast te worden; het document noemt verschillende mogelijke benaderingen ter overweging
door de sociale partners. Ten derde stelt de Commissie voor om de referentieperiode voor het berekenen van de
gemiddelde wekelijkse arbeidstijd om na te gaan dat de 48 uur niet worden overschreden, momenteel vier maanden,
te verlengen.
De Commissaris voor werkgelegenheid en sociale zaken, Stavros Dimas,
verklaarde: "Het is nu meer dan tien jaar geleden dat de richtlijn is goedgekeurd en uit de ervaringen die we
hebben opgedaan is gebleken dat onderdelen ervan verduidelijkt of herzien moeten worden. De uitdaging waarmee we
geconfronteerd worden is te verzekeren dat de gezondheid en de veiligheid van werknemers worden beschermd en
tegelijkertijd bedrijven de flexibiliteit te bieden die zij nodig hebben om concurrerend te blijven. De sociale
partners hebben een essentiële rol te vervullen bij het aanpassen van de richtlijn. Ik verzoek hen dringend om
volledig gebruik te maken van deze gelegenheid."
Het doel van het vandaag goedgekeurde
document is de sociale partners op te roepen om onderhandelingen te beginnen, en voor het geval dat niet mocht
gebeuren in grote lijnen de richting aan te geven van de wetgeving die de Commissie eventueel in een later
stadium zou kunnen voorstellen.
Dit document volgt op een initiële raadplegingsprocedure in
het kader waarvan de Commissie de ervaringen heeft onderzocht die zijn opgedaan met de toepassing van de
bestaande wetgeving, die in 1993 werd goedgekeurd.
DRIE KERNPUNTEN
Er
werden drie belangrijke punten voor herziening geïdentificeerd: de voorwaarden voor de toepassing van de opt-out
ten aanzien van de werkweek van maximaal 48 uur; de gevolgen van recente arresten van het Hof die aangeven dat
wachtdiensten als arbeidstijd moeten worden beschouwd; en de referentieperiode voor het berekenen van de
gemiddelde wekelijkse arbeidstijd met het oog op de limiet van 48 uur (momenteel vier maanden). Daarnaast wordt
in het document besproken hoe gebruik kan worden gemaakt van de richtlijn om de combinatie van werk en
gezinsleven te vergemakkelijken.
Wat de opt-out betreft, is de voornaamste doelstelling het
verzekeren van een passende bescherming van de gezondheid en veiligheid van de werknemers. De Commissie stelt
vier benaderingen voor die aan de orde gesteld kunnen worden bij de onderhandelingen tussen de sociale partners,
en die alle gericht zijn op versterking van de bestaande wetgeving. De eerste is aanscherping van de voorwaarden
waaronder de individuele opt-out kan worden toegepast, om te verzekeren dat de opt-out werkelijk vrijwillig is
en dat er in de praktijk geen misbruik van de regeling wordt gemaakt. De tweede is het toestaan van
uitzonderingen op de bepalingen betreffende de maximale wekelijkse arbeidstijd, op basis van collectieve
overeenkomsten of overeenkomsten tussen de sociale partners. De derde benadering zou zijn dergelijke
uitzonderingen toe te staan, op basis van collectieve overeenkomsten of overeenkomsten tussen de sociale
partners, maar de mogelijkheid van een individuele opt-out te handhaven als er geen dergelijke overeenkomst
bestaat en voor ondernemingen zonder werknemersvertegenwoordiging. De vierde benadering, die is voorgesteld door
het Europees Parlement in zijn resolutie over deze materie, is de individuele opt-out zo snel mogelijk af te
schaffen, en intussen de voorwaarden voor het gebruik ervan aan te scherpen. Indien de sociale partners geen
overeenkomst kunnen bereiken, zal een voorstel van de Commissie gebaseerd zijn op deze ideeën, hetzij separaat,
hetzij gecombineerd.
WACHTTIJD WERKTIJD??
Wat de definitie van arbeidstijd
betreft, dringt de Commissie er bij de Europese sociale partners op aan om tot overeenstemming te komen over een
derde categorie tijd, waaronder inactieve wachtdienst zou vallen, naast de bestaande categorieën “arbeidstijd”
en “rusttijd”. Indien geen overeenkomst kan worden bereikt, zal de Commissie een amendement op de richtlijn
voorstellen waarin deze derde categorie wordt gedefinieerd en de regelingen betreffende rustperioden na
wachtdiensten verduidelijkt worden.
Tenslotte stelt de Commissie voor dat de sociale partners
tot overeenstemming zouden moeten komen over de referentieperiode voor het berekenen van de gemiddelde
wekelijkse arbeidstijd.
Uit de resultaten van de raadpleging bleek dat zowel werknemers als
werkgevers er weliswaar mee instemden dat het thema van het juiste evenwicht tussen werk en privéleven aandacht
verdient, maar meenden dat de richtlijn betreffende de arbeidstijd daarvoor niet het passende
wetgevingsinstrument is. Het document van vandaag moedigt echter de sociale partners aan om te onderhandelen
over maatregelen buiten het kader van deze richtlijn om de verenigbaarheid van werk en gezinsleven te
verbeteren.
ACHTERGROND
Het proces van de raadpleging van de sociale
partners alvorens wetgeving op sociaal gebied voor te stellen is een verplichting uit hoofde van artikel 138,
lid 2, van het EG-Verdrag. Als de sociale partners besluiten om onderhandelingen over een collectieve
overeenkomst te beginnen, hebben zij negen maanden de tijd om een overeenkomst te bereiken. Als zij besluiten
niet te onderhandelen, zal de Commissie waarschijnlijk in de nabije toekomst een nieuwe versie van de richtlijn
betreffende de organisatie van de arbeidstijd voorstellen, gebaseerd op de in het document van vandaag
aangegeven hoofdlijnen.
Als gevolg van de arresten van het EHvJ van 2000 en 2003 die stelden
dat op het werk doorgebrachte wachttijden van werkers in de gezondheidszorg als arbeidstijd beschouwd moeten
worden, passen Frankrijk, Spanje en Duitsland nu de opt-out inzake de regels voor de maximale werkweek op hun
gezondheidszorgsectoren toe. Het VK, dat de opt-out in 1993 heeft bedongen, was tot voor kort het enige land dat
er op ruime schaal gebruik van maakte, maar Malta en Cyprus begonnen onmiddellijk na hun toetreding tot de EU
deze mogelijkheid algemeen toe te passen. Luxemburg maakt gebruik van de opt-out voor de horecasector, om
seizoensgebonden schommelingen te kunnen opvangen. Bij het eerste stadium van de raadpleging kwam een aantal
problemen aan het licht met betrekking tot de individuele opt-out in de praktijk, vooral ten aanzien van de
inachtneming van de in de richtlijn aangegeven voorwaarden voor het gebruik ervan, die moesten verzekeren dat de
opt-out een vrijwillig karakter behield.
De volledige
tekst van de vandaag goedgekeurde mededeling
Zie ook. Tekst niet beschikbaar in het Nederlands.