Vandaag heeft de Europese Commissie een aanbeveling vastgesteld
voor een advies van de Raad over het geactualiseerde stabiliteitsprogramma 2003 van België. Dit programma was op
28 november 2003 ingediend en bestrijkt de periode 2004-2007. Het zwakke economische klimaat in de afgelopen
jaren heeft de begroting behoorlijk onder druk gezet. Toch vertoont deze volgens de meest recente prognose voor
2003 een overschot van 0,3% van het BBP, iets meer dan waarop in het programma was gerekend. Wel wordt dit
resultaat gunstig beïnvloed door eenmalige maatregelen, die goed zijn voor 1,2% van het BBP. De in het programma
vervatte budgettaire doelstellingen voor de periode 2004-2007 zijn gebaseerd op een macro-economisch scenario
van aanhoudend herstel, met een BBP-groei die in 2005 een piek bereikt van 2,8% en zich daarna stabiliseert op
een niveau van gemiddeld 2,3% over 2005-2007. Op basis van dit scenario zal de begroting in de periode 2004-2006
naar verwachting sluitend zijn en in 2007 weer een gering overschot vertonen. Het conjunctuurgezuiverde
begrotingssaldo daalt van een overschot van 0,8% van het BBP in 2003 tot 0% in 2004-2006 en zal in 2007 licht
positief zijn. Zonder het effect van eenmalige maatregelen zou dit saldo echter in 2003 met -0.4% van het BBP
negatief zijn uitgevallen, om daarna weer geleidelijk te verbeteren. Volgens de prognose daalt de schuldquote,
die aan het begin van de programmaperiode nog steeds boven de 100% ligt, gestaag tot 87% in 2007. Al met al
lijken de macro-economische en budgettaire prognoses plausibel. Derhalve zal de begroting in de programmaperiode
hoogstwaarschijnlijk vrijwel sluitend blijven. Door de gevolgen van de vergrijzing dreigt voor België op lange
termijn het gevaar van onevenwichtigheden. Op basis van de aanbeveling van de Commissie zal de Raad naar
verwachting op 9 maart 2004 een formeel advies vaststellen over het geactualiseerde stabiliteitsprogramma 2003
van België.
De aanbeveling van de Commissie is vastgesteld op initiatief van Pedro Solbes, het
Commissielid voor economische en monetaire aangelegenheden.
BELANGRIJKSTE CONCLUSIES
De belangrijkste conclusies van de Commissie inzake het geactualiseerde Belgische
stabiliteitsprogramma luiden als volgt:
- In 2003 is in België voor het derde
achtereenvolgende jaar de groei onder de 1% gebleven. Ondanks dit ongunstige economische klimaat wordt voor 2003
toch een begrotingsoverschot verwacht van 0,3% van het BBP. De stijging van de sociale uitgaven en de
vermindering van de belastinginkomsten zijn gecompenseerd door een strikte beheersing van de uitgaven op
federaal niveau en door lagere rentebetalingen.
Dit gunstige begrotingsresultaat zou
echter niet mogelijk zijn geweest zonder een buitengewone bate als gevolg van eenmalige maatregelen, met name
een betaling van het telecommunicatiebedrijf Belgacom (grotendeels staatseigendom) aan de staat, die in ruil
hiervoor de verantwoordelijkheid voor de pensioenen van het personeel op zich heeft genomen. Eurostat onderzoekt
momenteel of een dergelijke betaling wel mag meetellen bij de berekening van de schuldquote. Zonder deze
maatregelen zou er sprake zijn geweest van een begrotingstekort van 0,9% van het BBP.
- Het macro-economische scenario dat aan de begrotingsprognoses in het geactualiseerde programma ten
grondslag ligt, gaat ervan uit dat de Belgische economie herstelt en dat de groei toeneemt van 0,9% in 2003 tot
2,8% in 2005, maar dan weer vertraagt tot 2,1% in 2007. De raming is grotendeels in overeenstemming met de
najaarsprognose 2003 van de Commissie, hoewel het geactualiseerde programma iets optimistischer is ten aanzien
van de groei in 2005.
- Op grond van dit macro-economische scenario zal de begroting in de
periode 2004-2006 naar verwachting sluitend blijven. Voor 2007 wordt met een overschot van 0,3% van het BBP een
kleine verbetering verwacht. Het verlies aan ontvangsten in verband met de eenmalige maatregelen en de gevolgen
van een verlaging van de belastingen en sociale bijdragen worden voornamelijk goedgemaakt door lagere
rentebetalingen en sociale uitgaven.
- Op basis van berekeningen die de Commissie aan de hand
van de programmagegevens heeft uitgevoerd volgens de algemeen aanvaarde methode, loopt het conjunctuurgezuiverde
begrotingssaldo terug van een overschot van 0,8% van het BBP in 2003 naar 0% in 2004-2006 en is dit in 2007
licht positief. Zonder eenmalige maatregelen geven de conjunctuurgezuiverde cijfers een verbetering te zien: het
tekort van 0,4% van het BBP in 2003 slaat dan om in een overschot van 0,3% in 2007.
- Met een
schuldquote in 2003 van meer dan 100% is een van de belangrijkste doelstellingen van het begrotingsbeleid een
snelle terugdringing van de schuld. Volgens de prognose loopt deze gestaag terug tot 87% van het BBP in 2007.
Deze daling is mogelijk doordat de begroting steeds sluitend is of een overschot vertoont.
-
Het belang van eenmalige transacties, met name voor de resultaten van 2003 en 2004, leidt tot enige onzekerheid
over het geraamde effect, de feitelijke uitvoering en wijze waarop deze in de overheidsrekeningen moeten worden
verwerkt.
- De begrotingsprognoses lijken overigens betrekkelijk goed bestand tegen
wijzigingen in de rentetarieven en in de groeiramingen, zodat de begroting in de programmaperiode
hoogstwaarschijnlijk vrijwel sluitend zal blijven.
- De in het programma vervatte strategie
is in overeenstemming met de doelstelling om de houdbaarheid van de overheidsfinanciën te verbeteren. Door de
gevolgen van de vergrijzing dreigt op lange termijn het gevaar van onevenwichtigheden.
OVERNAME SCHULD NMBS
Bovendien hebben sommige eenmalige maatregelen een negatief
effect op de schuld in de toekomst. Zo wordt het gunstige effect van de Belgacom-transactie waarschijnlijk op
lange termijn tenietgedaan door pensioenbetalingen. Ook kan de geplande overname van de schuld van de Belgische
Spoorwegen (NMBS) in de toekomst een opwaarts effect hebben op de schuldenlast. Daarom moet erop worden
gelet dat het primaire overschot op een hoog niveau wordt gehouden en dat de globale richtsnoeren voor het
economisch beleid rigoureus ten uitvoer worden gelegd.
- Het in het geactualiseerde programma
vervatte economisch beleid is ten dele in overeenstemming met de aanbevelingen in de globale richtsnoeren voor
het economisch beleid, met name die welke gevolgen hebben voor het begrotingsbeleid.
Op grond
van het door de Europese Raad van Amsterdam in juni 1997 vastgestelde stabiliteits- en groeipact moeten de
landen van de eurozone stabiliteitsprogramma's bij de Raad en de Commissie indienen. Hierin moeten zij aangeven
hoe zij de doelstellingen van het pact, en met name de middellangetermijndoelstelling van een begroting die
vrijwel sluitend is of een overschot vertoont, denken te realiseren.
Meer info