Commissaris Meglena Kuneva voor consumentenbescherming zei: “De zomer van de terugroepacties leidde tot een winter van evaluaties. Dit voorjaar en deze zomer kunnen we daarvan de vruchten plukken en dingen veranderen. Uit het vandaag gepresenteerde RAPEX-verslag blijkt dat steeds meer producten worden opgespoord en vernietigd voordat ze schade kunnen toebrengen aan consumenten in de EU. De overheidsinstanties zetten duidelijk een tandje bij als het gaat om consumentenbescherming. RAPEX en onze andere veiligheidssystemen moeten ervoor zorgen dat EU-burgers met een gerust hart naar de winkel kunnen gaan zonder zich zorgen te hoeven maken over de veiligheid van de producten.”
53% meer meldingen is goed nieuws
De afgelopen jaren is het aantal RAPEX-meldingen sterk gestegen. Sinds de inwerkingtreding van de nieuwe productveiligheidswetgeving in 2004 is het aantal meldingen toegenomen van 468 (2004) tot 1605 (2007), dus meer dan verdrievoudigd. De gestage groei van het aantal RAPEX-waarschuwingen is het gevolg van beter toezicht op de veiligheid van producten door de nationale autoriteiten, groter plichtsbewustzijn van bedrijven, betere samenwerking met derde landen en de opbouw van netwerken, waarbij de Commissie een coördinerende rol heeft gespeeld.
Verschil in activiteit tussen de lidstaten wordt kleiner
De kloof tussen de landen die de meeste meldingen doen en de minst actieve landen is het afgelopen jaar kleiner geworden, waaruit blijkt dat de deelname van de betrokken landen aan het RAPEX-systeem evenwichtiger wordt.
Dit wordt bevestigd door het feit dat het totale aandeel van de vijf actiefste landen, dat in 2006 nog 61% bedroeg, in 2007 is teruggelopen tot 44%. Duitsland was de actiefste deelnemer aan het RAPEX-systeem (163 meldingen, circa 12%), gevolgd door Griekenland (115 meldingen, circa 8%), Slowakije (114 meldingen, circa 8%), Hongarije (109 meldingen, circa 8%) en Spanje (108 meldingen, circa 8%).
Speelgoed en motorvoertuigen bovenaan de lijst
Meer dan de helft van alle meldingen in 2007 ging over speelgoed (417), motorvoertuigen (197) en elektrische apparaten (156). Uit het feit dat meer dan een op de drie meldingen speelgoed of kinderverzorgingsartikelen betrof, blijkt dat de markttoezichtautoriteiten groot belang hechten aan de controle van deze producten.
China blijft grootste leverancier van gevaarlijke goederen
De Volksrepubliek China blijft het land waar de meeste opgespoorde producten met een ernstig risico vandaan komen. Hierbij moet worden bedacht dat een zeer groot deel van de EU-invoer uit China komt (van het speelgoed bijvoorbeeld 80%), en dat het toezicht op producten uit China strenger is dan dat op producten uit veel andere landen. Bovendien daalde het aantal RAPEX-meldingen van producten met onbekende oorsprong in 2007 in vergelijking met voorgaande jaren (20% in 2005, 17% in 2006 en 13% in 2007) en is het waarschijnlijk dat van bepaalde producten die voorheen als producten van onbekende oorsprong werden gemeld, in 2007 bekend was dat zij uit China kwamen.
De Commissie heeft de samenwerking met China op het gebied van productveiligheid het afgelopen jaar aanzienlijk geïntensiveerd. Zo is sinds het eerste bezoek van commissaris Kuneva aan China in juni 2007, een nieuw driemaandelijks rapportagesysteem voor Chinese handhavingsacties ingevoerd om gevaarlijke producten die in het RAPEX-systeem voor China worden gemeld, aan de bron te kunnen opsporen. De eerste trends zijn veelbelovend. Tussen juli en september 2007 onderzochten de Chinese autoriteiten 184 RAPEX-zaken, terwijl dat er in de twaalf maanden daarvoor slechts 84 waren. In 43% van de gevallen werden corrigerende maatregelen genomen. Uit het driemaandelijkse rapport over de maanden september tot en met november 2007 blijkt dat de Chinese autoriteiten hun follow-up hebben voortgezet en nog eens 89 meldingen uit de EU hebben onderzocht. Bovendien werd gerapporteerd dat China veel moeite deed om de controles op speelgoed aan te scherpen. In een relatief korte periode werden bij 3540 fabrikanten met een exportvergunning inspecties verricht en werden zij zo nodig gedwongen hun veiligheidscontrolesystemen te verbeteren.
In totaal verloren 701 bedrijven hun exportvergunning (zie bijgevoegd Memo voor nadere details over de initiatieven ter versterking van de samenwerking tussen de EU en China in 2007). Commissaris Kuneva bezoekt in juni 2008 China om te kijken naar de vooruitgang in de afgelopen twaalf maanden en te overleggen hoe de samenwerking kan worden versterkt.
Zie voor meer informatie: MEMO/08/252