De Europese Commissie heeft
besloten België formeel te verzoeken procedures in te stellen die inschrijvers op overheidsopdrachten de
mogelijkheid bieden de beslissingen van aanbestedende diensten aan te vechten alvorens het te laat is om deze
beslissingen nog te veranderen. Dit verzoek vindt plaats in de vorm van een met redenen omkleed advies, de
tweede stap in de bij artikel 226 van het EG-Verdrag voorziene inbreukprocedure. Indien België niet binnen een
termijn van twee maanden een bevredigend antwoord geeft, kan de Commissie besluiten België voor het Hof van
Justitie te dagen.
De Commissie heeft besloten een met redenen omkleed advies uit te brengen tegen
België wegens niet-naleving van de verplichtingen die voortvloeien uit de richtlijn betreffende
beroepsmogelijkheden bij overheidsopdrachten. Het Hof heeft in het Alcatel-arrest (zaak C-81/98) gepreciseerd
dat de lidstaten moeten voorzien in beroepsprocedures die het mogelijk maken de opschorting of annulering van
een beslissing tot gunning van een overheidsopdracht te verkrijgen in een stadium waarin de schending nog
ongedaan kan worden gemaakt.
Deze jurisprudentie heeft tot gevolg dat het Belgische recht
moet voorzien in een redelijke termijn tussen het besluit waarbij afgewezen inschrijvers in kennis worden
gesteld van de beslissing betreffende de gunning van de opdracht en de ondertekening van het contract. Het
Belgische recht bevat geen enkele verplichting om een dergelijke termijn na te leven.
Actuele
informatie over de inbreukprocedures die tegen de lidstaten zijn ingesteld.