Krachtens Europese wetgeving die vorig jaar is
vastgesteld, krijgen ondernemingen op 1 juli 2004 vrije toegang tot de elektriciteits- en gasmarkt. Met ingang
van vandaag moeten miljoenen bedrijven in de oude en nieuwe lidstaten voor hun energiebevoorrading de vruchten
kunnen plukken van de concurrentie op de energiemarkt. Intussen blijkt evenwel dat de meeste lidstaten
vertraging hebben opgelopen bij de tenuitvoerlegging van de wetgeving en dat nog één en ander moet worden gedaan
om de uitgangspositie voor alle spelers in de 25 lidstaten gelijk te trekken. Vice-voorzitter van de Commissie,
mevrouw de Palacio, wijst erop dat de lidstaten in 2003 een overeenkomst hebben bereikt over een wetgevingskader
voor een concurrerende en eerlijke elektriciteits- en gasmarkt, waarin doeltreffende regels zijn opgenomen,
onder meer over de scheiding van de netwerken en een verregaande bescherming van de consument. Haars inziens is
het nu de beurt aan de lidstaten om hun verantwoordelijkheid op zich te nemen en hun krachtige belofte om de
markten tegen deze maand open te stellen, gestand te doen.
Overeenkomstig de in juni 2003
door de Raad en het Parlement vastgestelde richtlijnen mogen alle bedrijven met ingang van 1 juli 2004 vrij
kiezen bij welke leverancier zij hun elektriciteit en gas betrekken. Particuliere verbruikers krijgen deze
mogelijkheid uiterlijk in juli 2007. Ter bevordering van de concurrentie is in de richtlijnen gestipuleerd dat
er een scheiding moet bestaan tussen de netwerkexploitanten en de onderdelen van de gas- en elektriciteitssector
waar concurrentie mogelijk is, met name productie en bevoorrading. Bovendien moeten alle lidstaten een
onafhankelijke regelgevende instantie aanwijzen om discriminatie te voorkomen. Tot slot mogen de lidstaten op
grond van de richtlijnen openbare-dienstverplichtingen opleggen op het gebied van zekerheid, regelmaat,
kwaliteit en prijs van de bevoorrading en op het gebied van milieubescherming, en mogen zij met name een
universele dienstverlening garanderen voor kleine ondernemingen – waarmee wordt bedoeld dat deze bedrijven het
recht hebben om tegen een redelijke, gemakkelijk en duidelijk vergelijkbare en transparantie prijs te worden
voorzien van elektriciteit van een goede kwaliteit.
De Commissie betreurt dat de meeste
lidstaten te laat zijn met de tenuitvoerlegging van deze wetgeving, die nochtans essentieel is om alle spelers
in de EU dezelfde vertrekpositie te garanderen.
In de praktijk wordt de vrijheid van
ondernemingen om hun energieleverancier te kiezen, beperkt door de dominante marktpositie van bepaalde
energiebedrijven. Uit het Third Benchmarking Report on the Implementation of the Internal Electricity and Gas
Market komt naar voren dat een groot aantal markten nog steeds wordt gedomineerd door een beperkt aantal
leveranciers, met een zeer krappe onderhandelingsmarge voor de industriële verbruikers tot gevolg. Dit alles
neemt niet weg dat de openstelling van de markt een positieve impact heeft gehad op de elektriciteitsprijzen,
zoals blijkt uit de reële prijsdalingen van 10-15% sinds 1995. De recente prijsstijgingen ten opzichte van de
scherpe daling die onmiddellijk na de eerste fase van de openstelling optrad, is hierin verrekend. Net zoals op
de meeste markten waar de concurrentie voet aan de grond krijgt, zullen de prijzen fluctueren onder invloed van
marktgebonden en andere factoren als de bescherming van de consument of het milieu en de zekerheid van de
bevoorrading. Op de lange termijn zullen de gevolgen van de Verordening betreffende de grensoverschrijdende
handel in elektriciteit en een betere interconnectie mee bijdragen tot de verdere openstelling van de
markt.