Op zaterdag 15 maart 2003 presenteerde Hugo Coveliers zijn korte nota “Operatie Schone Handen” als voorstel
van addendum aan het bestuursakkoord. Het was een goede, maar inhoudelijk nog niet voldragen voorzet om een
antwoord te bieden op de schandalen en de bestuurscrisis die Antwerpen troffen.
De
onverwachte burgemeestersstrijd tussen VLD en SP.a verlegde evenwel de aandacht van een administratieve en
bestuurlijke crisis naar een louter partijpolitieke strijd om de sjerp. Het voor de stad en haar inwoners zo
noodzakelijke snelle antwoord op het collectieve ontslag raakt ondergesneeuwd in een partijpolitiek patstelling,
die vandaag meer in een stellingenoorlog dreigt te ontaarden. Het vertrouwen herwinnen kan maar beginnen wanneer
er duidelijke maatregelen worden genomen door een nieuwe ploeg.
Agalev heeft zich de
voorbije week bewust niet in het publieke debat gemengd over de burgemeesterssjerp. We wilden de patstelling
niet nog verergeren door op onze beurt publieke partijpolitieke veto’s uit te spreken: we kozen voor de stad en
voor een snelle inhoudelijke oplossing en voerden gesprekken rond de onderhandelingstafel. Daarbij probeerden we
de afgelopen week de inhoudelijke voorstellen sterker uit te werken.
Deze perstekst
biedt een samenvatting van de voorstellen die Agalev wenst in te brengen wanneer de inhoudelijke
onderhandelingen eindelijk terug van start zouden gaan, wat begin deze week alleszins moet gebeuren.
De nota “Operatie Schone handen”: een goede gespreksbasis.
Agalev bevestigt nogmaals dat de nota “Operatie Schone Handen” voor haar een goede basis
voor verder gesprek vormt.
1) We delen de keuze voor een nieuwe bestuurstijl,
gebaseerd op een glasheldere deontologische code, een sobere bedrijfscultuur, het vermijden van
belangenvermenging door minder cumulatie en het verder en drastisch moderniseren van het management. De idee dat
alle leden van het College van Burgemeester en Schepenen een “conflict of interest”-verklaring moeten afleggen,
sluit eveneens aan bij een oude Agalev-eis dat schepenen hun bestuursmandaten publiek moeten maken om
duidelijkheid te scheppen over mogelijke belangenconflicten en om deze te voorkomen. Agalev heeft er ook in het
verleden reeds voor gekozen haar eigen schepenen zich altijd voltijds voor de stad te laten engageren.
2) Agalev onderschrijft ook de intentie om dichter bij de burger te besturen, iets waar
ontslagnemend Agalev-schepen Pauwels met het wijkoverleg reeds een toonaangevende rol speelde. De idee van de
‘karavaan’ , waarbij alle schepenen werk maken van systematische wijkbezoeken, sluit naadloos aan bij de groene
ideeën over samenlevingsopbouw en politieke dialoog.
3) Tenslotte steunen we ook de
idee van integriteitbewaking bij stad en politie.
De nota “Operatie Schone Handen”
draagt evenwel de sporen van het voorafgaand nachtwerk. Agalev wil opnieuw het inhoudelijk debat openen met
concrete en aanvullende voorstellen.
Groene voorstellen tot
uitwerking
We putten daarbij ook uit de ervaring van Antwerps
Agalev-europarlementslid Bart Staes, die in het Europees parlement als lid van de commissie
begrotingscontrole/antifraudebeleid na de val van de vorige Europese Commissie van zeer nabij de noodzakelijke
hervorming van de Europese Commissie op administratief/financieel gebied begeleidde.
Samengevat komen deze neer op volgende punten.
1)´De voorstellen van
integriteitsbewaking in de nota “Operatie Schone Handen” hebben betrekking op stad, politie en de vzw’s.
- Cruciaal is dat ze ook betrekking hebben op alle Autonome Gemeentelijke bedrijven.
Momenteel betreft dit het Havenbedrijf, het Stedelijk Bedrijf voor de ontwikkeling van Antwerpen Noord, het
Parkeerbedrijf en VESPA als patrimoniumbedrijf. Zowel naar de inzet van stedelijke én bovenlokale middelen als
naar risicogevoeligheid is het cruciaal alle huidige en toekomstige autonome bedrijven even streng te behandelen
als de stadsdiensten en de vzw’s.
- Bijzondere aandacht vraagt Agalev naar de behandeling van
PPS-constructies (Publiek-private samenwerking), waar een absolute transparantie en een
sluitende financiële controle noodzakelijk is. De interne auditdienst moet in de toekomst rapporteren over
dossiers als PV-magazine, het Museum aan de Stroom, het Eilandje, de Topsporthal, …
- Verder is ook
een toepassing op de intercommunales wenselijk en noodzakelijk. Hierbij is tevens een sterkere inhoudelijke
aansturing van de stad ten aanzien van het beleid in de intercommunales wenselijk, alsook een
meer intense dialoog tussen de schepenen voor intercommunales en voor financiën en de afgevaardigden van de
stad.
2) Agalev is ook voorstander van een strikte doorlichting komen van de
participaties van de stad in vzw’s:
a. Een aantal vzw’s zullen noodzakelijk
blijven om op een soepele manier belangrijke taken voor de stad uit te voeren. Hier willen we de politieke én de
auditcontrole vergroten.
a.1. Wanneer de stad de voornaamste partner en financier is in deze vzw’s,
is het jaarlijks voorleggen van begroting en rekening aan de gemeenteraad wenselijk, samen met een jaarlijkse
bespreking van een convenant waarin de taken worden gespecifieerd en resultaatsverbintenissen vastgelegd.
a.2. Daarnaast moet de Inspectie Financiën en de Rekenmeester/Interne audit ten aanzien van het college en
de gemeenteraad de controlefunctie mee hard maken. De eerste maanden moet (in een overgangsperiode) eventueel
een beroep worden gedaan op externe audits, in afwachting van de aanstelling van de Rekenmeester en de verdere
invulling van de auditdienst.
b. Een aantal vzw’s is in stand gehouden, maar heeft zijn eigenlijke
functie deels verloren. Agalev wil hier een beperking en hergroepering van deze vzw’s. Voor de resterende gelden
dezelfde voorwaarden als hierboven.
c. Tenslotte vaardigt de stad ook bestuurders af naar vzw’s op
vraag van derden of om de contacten te onderhouden. Hiervan moet een volledige up-to-date lijst bestaan van alle
(meestal onbezoldigde) mandaten, zodat belangentegenstellingen zichtbaar worden en vermeden kunnen worden.
c.1. Ook hier willen we een beperking van het aantal participaties.
c.2. Wanneer
subsidies een bepaald bedrag overschrijden (bv. 25.000 euro per jaar) moet een convenant worden afgesloten en is
controle op de besteding noodzakelijk.
3) Agalev wenst de oude politieke logica van
twee stadssecretarissen te doorbreken en in de toekomst slechts één stadssecretaris te
weerhouden.
4) Agalev wil een meer gedetailleerde uitwerking van de functies
van de Inspectie Financiën, de Rekenmeester en de dienst voor interne audit, en het tijdelijk beroep doen op
externe audits. We inspireren ons hierbij op Europese ervaringen en op het voorontwerp van Vlaams
gemeentedecreet. Dit laatste herdefinieert de taken en verantwoordelijkheden van de stadssecretaris, een
financieel beheerder en een gemeentelijke auditor. Antwerpen moet van de huidige crisis gebruik maken om deze
aanpassingen pro-actief mee in te voeren. Op basis hiervan doet Agalev hiertoe volgende voorstellen:
4.1.) Agalev wil dat er een stedelijke auditdienst wordt uitgebouwd, onder leiding
van een stedelijke Rekenmeester (dienst integriteitbewaking). De rekenmeester en zijn auditdienst
kunnen zowel door de gemeenteraad als door het College om een audit worden gevraagd. Wanneer de Rekenmeester
werkt onder rechtstreekse aansturing van de gemeenteraad, rapporteert hij dan ook rechtstreeks aan de
gemeenteraad. Wanneer het College een beroep doet op de dienst, gebeurt rapportering eerst aan het
College.
Deze dienst moet een krachtig instrument zijn dat het stadsbestuur ten
dienste staat om zijn doelstellingen op de meest efficiëntie wijze te behalen en tegelijkertijd het
verantwoordelijkheidsbesef maximaliseert.
- De bevoegdheden en activiteiten van de
Dienst Interne Audit dienen gebaseerd te zijn op de toepasselijke internationale normen
(Institute of Internal Auditors). Een van de hoofdtaken van de voorgestelde Dienst Interne Audit is het
uitvoeren van audits van de efficiëntie en de effectiviteit van alle controlesystemen binnen de
stadsadministratie (in de ruime zin van het woord: stad, politie, vzw’s, …).
- De Dienst
Interne Audit dient volledig onafhankelijk te zijn. Deze dienst dient bovenal een diagnostisch
instrument te zijn waarmee men op vraag van gemeenteraad of college structurele en organisatorische zwakheden in
kaart kan brengen. Bevoegdheden, doelstellingen, gezag en status van de dienst dienen te worden vastgelegd in
een oprichtingsdocument ("handvest"). Het werkprogramma van de Dienst Interne Audit dient te voorzien in
periodieke onderzoeken van alle activiteiten van het College en de administratie (inclusief autonome bedrijven,
vzw’s, intercommunales). In het programma dient echter ruimte te zijn voor aanvullende ad hoc-audittaken die
worden uitgevoerd op verzoek van de Burgemeester, schepenen en/of op basis van ontstane behoeften.
- De Rekenmeester als hoofd van de Dienst Interne Audit dient een hooggekwalificeerde en ervaren
beoefenaar van het auditorsvak te zijn, die speciaal voor deze taak is aangeworven. Hij/zij dient een rang te
hebben die gelijk is aan die bestuursdirecteur. Het hoofd van de Dienst Interne Audit rapporteert weliswaar aan
de Burgemeester, maar beschikt over volledige onafhankelijkheid ten aanzien van het houden van audits, de
handhaving van de beroepsnormen, de inhoud van verslagen, enz.
- De interne contradictoire
procedure tussen de Dienst Interne Audit en de door hem gecontroleerden dient ten hoogste één maand te duren,
waarna het hoofd van de Dienst Interne Audit besluit of het verslag wordt gepubliceerd.
- De
Burgemeester dient de Gemeenteraad elk jaar een jaarverslag van de Rekenmeester/Dienst Interne Audit voor te
leggen, waarin de activiteiten van de dienst, de belangrijkste bevindingen en de door de voorzitter naar
aanleiding daarvan genomen of te nemen maatregelen zijn opgenomen. Dit jaarverslag dient openbaar gemaakt te
worden.
- Alle auditverslagen van de Dienst Interne Audit dienen aan de opdrachtgever te worden
toegezonden. Daarnaast dienen alle door de dienst verzamelde gegevens, alle voorbereidende werkzaamheden en alle
auditresultaten voor de commissieleden van de gemeenteraadscommissie ‘Financiële controle’ (zie verder)
beschikbaar te zijn.
- Alle ambtenaren die zijn betrokken bij financiële transacties dienen, als
voorwaarde voor de toewijzing van hiermee verband houdende werkzaamheden, verplicht en regelmatig te worden
(bij)geschoold in de regels en technieken die van toepassing zijn op het financieel beheer.
- De
formele aspecten van financiële transacties dienen te worden geverifieerd door de interne auditor. Bezwaren
dienen te worden gemeld aan de Ontvanger, die op eigen verantwoordelijkheid besluit of de bezwaren terzijde
worden geschoven en de transactie wordt voortgezet.
4.2. In afwachting
van de uitbouw van de auditdienst van de Antwerpse Rekenmeester doet de stad voor duidelijk afgebakende
opdrachten een beroep op externe auditbureaus. De lopende procedure voor stad en politie is
hierbij een eerste stap.
4.3. Ten derde wil Agalev dat de stad werk
maakt van de uitbouw van de Inspectie Financiën.
Deze werkt naast de
dienst van de Rekenmeester/ Interne Audit. De Inspectie moet nagaan of de stedelijke middelen op de meest
adequate manier besteed worden. Deze moet de belastingbetaler, het College en ook aan de gemeenteraad de
verzekering geven dat bij de besteding van overheidsgelden de beginselen van wettigheid, regelmatigheid en goed
financieel beheer in acht worden genomen. Dit houdt onder andere in:
- het onderzoeken van de
opportuniteit van begrotingsvoorstellen, personeelsbehoefteplannen, PPS-constructies en grote
investeringen
- het rapporteren over begroting/jaarrekening van OCMW, autonome bedrijven,
(stedelijke) vzw's, ...
- dubbele controle (vooraf met visum en achteraf steekproefgewijs) van
alle subsidiestromen, kosten eigen aan het ambt, dienstreizen, ...
- steekproefgewijze controle van
afrekeningen tussen stad en hogere overheden in het kader van gesubsidieerde gezamenlijke programma's.
De dienst Inspectie van Financiën koppelt terug naar de budgetcel.
4.4.
Tenslotte wil Agalev dat de Gemeenteraad (GR) een meer actieve rol speelt bij de vertaling van
de bevindingen van de externe en interne controleresultaten en de vertaling ervan in politieke aanbevelingen
voor maatregelen. Alle rapporten van de auditdienst onder leiding van de rekenmeester en Inspectie Financiën
worden ter beschikking gesteld van een nieuw op te richten raadscommissie Financiële controle.
Deze permanente raadscommissie werkt binnen de schoot van de huidige verenigde raadscommissie
Financiën, maar telt een veel beperkter aantal leden zodat specialisatie en een dynamische werking mogelijk
worden. Deze commissie volgt nauwgezet de activiteiten van de rekenmeester en auditdienst.
De GR
organiseert jaarlijks een themadebat over het advies dat de raadscommissie Financiële Controle verstrekt aan de
GR m.b.t. de politieke evaluatie van de in dat jaar aan de GR toegestuurde rapporten van de
auditdiensten.
Schone handen, maar wanneer aan de
slag?
Met deze voorstellen willen we de nota “Operatie schone handen”
opnieuw tot de inzet van het politieke gesprek maken bij de onderhandelingen tussen de vier coalitiepartners.
Consequent aan ons standpunt kiezen we zo voor een inhoudelijk debat over de gebrekkige financiële controle en
transparantie in de stad die tot de huidige crisis heeft geleid.
Agalev wil snel mee
werk maken van een bestuur dat van Schone Handen een nieuwe beleidsprioriteit maakt, naast de uitvoering van het
bestuursakkoord en de meerjaren-investeringsbegroting. Omdat schone handen snel aan de slag moeten, voor de
geloofwaardigheid van het stadsbestuur in deze stad.
Dirk
Geldof, fractieleider gemeenteraad
Tom Caals, politiek secretaris
Bart Staes, europarlementslid