AA
Boeren verdienen betere plaats in voedselketen

Vandaag neemt het EP in Straatsburg een belangrijk rapport aan dat erop gericht is de plaats van boeren in de voedselketen te versterken. Bart Staes ondersteunt namens Groen de analyse die de landbouwcommissie van het EP nu samen met rapporteur José Bové voorlegt. Met deze analyse reiken de groenen actieve boeren en boerinnen de hand.

Groenen en landbouwers worden zo objectieve bondgenoten in een zoektocht naar een landbouwbeleid dat socialer is, groener, met een nog grotere zorg voor duurzame landbouwpraktijken, een concrete bijdrage in de strijd tegen klimaatverandering en een gezamenlijke actie tegen monopolies van zaad- en voedselgiganten die de hele landbouwwereld in een ijzeren greep houden en zo de autonomie van boeren, boerinnen én consumenten serieus aantasten.

De Europese Commissie publiceerde reeds in 2009 een mededeling met suggesties voor een betere werking van de voedselvoorzieningsketen in Europa.

En het Europees Parlement keurde op 7 september 2010 het rapport " Billijke inkomens voor de boeren: een beter werkende voedselvoorzieningsketen in Europa " goed, eveneens van mijn groene collega en boerende boer José Bové.

Het Europees Parlement deed toen een aantal aanbevelingen om de problemen in de landbouw op te lossen en de boereninkomens te verbeteren. Het Parlement stelde voor het mededingingsrecht van de EU drastisch te wijzigen en deed aanbevelingen voor nieuwe maatregelen in kader van de hervorming van het GLB in 2020. Dat verslag richtte zich vooral op de marktkrachten downstream de voedselketen: de verwerkende industrie, handel in voedingsmiddelen, distributiesystemen, supermarkten, enz.)

Donderdag keurt het EP een nieuw verslag goed dat ingaat op de problemen upstream - opwaarts- de voedselketen:

- enerzijds de problemen inzake de toelevering , en met name de enorme stijging van de kosten in de afgelopen tien jaar op het gebied van energie (+60%), machines (+ 36 %), mengvoeder (+30%), meststoffen (+ 80%), bestrijdingsmiddelen (+ 13%), zaaigoed (+ 30 %) en water,

- en anderzijds de toenemende afhankelijkheid van boeren van de steeds verder geconcentreerde toeleveringssector .

Er worden maatregelen voorgesteld die bij de komende GLB-hervorming hun beslag moeten krijgen. Boeren moeten zich kunnen ontworstelen aan de greep van de steeds meer geconcentreerde en steeds machtiger agro-industrie, zowel bij de toelevering als bij de afname.

De boeren hebben ook nood aan steun voor verbetering van de teeltmethoden en verbetering van hun milieuprestaties, om te kunnen voldoen aan de nieuwe eisen die klimaat, milieu en economie stellen. In het kader van de "vergroeningsmaatregelen" van het nieuwe GLB zullen de boeren afgewentelde productiekosten weer moeten internaliseren omwille van een beter beheer van biodiversiteit, water en bodemnutriënten, en zij hebben daar steun bij nodig.

Verder wil het EP boeren helpen zich bij de opslag en aankoop van productiemateriaal gezamenlijk te organiseren zodat ze een sterkere onderhandelingspositie verwerven, naar het voorbeeld van de producentenorganisaties aan afnemerszijde. Daarnaast is het zaak de boeren aan te sporen (en te belonen) tot een betere vorm van organisatie met het oog op een beter hulpbronnenbeheer en duurzame methoden om hun kwetsbaarheid voor prijsschommelingen te verkleinen.

Boeren hebben al veel gedaan om de landbouwmethoden te verbeteren en zich onafhankelijker van de leveranciers te maken. Dankzij boerennetwerken is al jaren geleden samenwerking tot stand gekomen tussen publieke en private onderzoeksinstituten en boerenorganisaties (zoals Cedapa en Civam in Frankrijk), waarvan de resultaten ten goede komen aan een veel ruimere agrarische kring. Dergelijke initiatieven en inzet moeten beloond worden door intensievere samenwerking tussen onderzoeksinstituten en boerenorganisaties en lichamen voor plattelandsontwikkeling, en moeten voorts aandacht krijgen bij agrarische dienstverlening en scholingsprogramma's.

Het Parlement focust op de volgende inputelementen :

Energie
Uit cijfers van Eurostat en de analyse van de Commissie blijkt dat de kloof tussen input- en productiekosten en de afzetprijzen in veel sectoren zodanig is dat boeren het hoofd niet meer boven water kunnen houden. De energiekosten in de landbouw zijn van 2000 tot 2010 met ongeveer 60% toegenomen, terwijl de afzetprijzen slechts 25% gestegen zijn. Daarbij zijn de algemene stijgingen voor brandstof, gas en elektriciteit inbegrepen.

Het EP bepleit dus maatregelen om boeren dankzij energie-efficiëntieprogramma's beter in staat te stellen energie te besparen met hun opstallen, landbouwmethoden en vervoer en te investeren in de productie van hernieuwbare energie op de boerderij of op plaatselijke schaal (wind- en zonne-energie, biogas, aardwarmte e.d.).

Het EP stelt ook voor een analyse uit te voeren van de energiehoeveelheden en kosten in de bestaande teeltsystemen en de daarbij betrokken leveranciers, verwerkende bedrijven en distributiesystemen. Bij de komende GLB-hervorming is het zaak rekening te houden met de energie-efficiëntie en het gebruik van duurzame energiebronnen om de nieuwe uitdagingen het hoofd te kunnen bieden. Daarbij gaat het onder meer om herstel van het evenwicht tussen gewasproductie en veeteelt in verhouding tot de beschikbare energiebronnen en productiesystemen met geringe input, bijv. op basis van gras van eigen bodem of extensieve veehouderij.

Kunstmest en bodemverbeteringsmiddelen
De kosten voor meststoffen en bodemverbeteraars zijn de afgelopen tien jaar gemiddeld verdubbeld. Het gebruik van nitraat en fosfaat brengt specifieke problemen met zich mee, met name uitspoeling wanneer bodem en gewas deze nutriënten onvoldoende kunnen vasthouden.

Daar zijn wel oplossingen voor: verbetering van nutriëntenanalyse en -beheer per boerenbedrijf; besparingen op kunstmestuitgaven door verbetering van bodemvruchtbaarheidsanalyse en -beheer, met name door verbetering van bodemstructuur en humusniveau (waardoor de water- en nutriëntenretentie toeneemt) door organische bemesting, verbetering van de kwaliteit van drijfmest, betere wisselbouwmethoden, bemesting m.b.v. een sleepslangenmachine, direct gevolgd door ondiepe grondbewerking (uit onderzoek blijkt dat in Noord- en West-Europa een besparing 50 kg N per hectare ofte wel 70% van de huidige stikstofgift haalbaar is zonder opbrengstverlies). Uitspoeling van nutriënten, een belangrijke bron van stikstofbelasting van aquatische milieus, en ontwijking van distikstofoxide (NO2) naar de atmosfeer kunnen teruggedrongen worden door toepassing van bepaalde energiegewassen als buffer voor beschermde waterrijke gebieden en langs waterlopen.

Zuiveringsinstallaties van dorpen en steden kunnen als potentiële nutriëntenbron (biogas) gelden, mits de potentieel schadelijke stoffen op afdoende wijze worden verwijderd.

Zaaigoed
De kosten voor zaai- en pootgoed zijn sinds 2000 met gemiddeld 30% gestegen. Dit is ten dele toe te schrijven aan de hoge prijzen van gecertificeerd zaaigoed en het verminderde gebruik van op het boerenbedrijf verkregen zaaigoed. Eigen zaaigoed heeft vele economische en ecologische voordelen: de kosten voor de boer liggen gemiddeld 40% lager dan die van gecertificeerd zaaigoed; de boeren kunnen gewassen kweken die aangepast zijn aan de specifieke condities in hun regio; er zijn veelal minder meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen nodig; en de gewasdiversiteit blijft op peil. Bovendien kunnen de boeren zaaien in de voor hun teeltsituatie geschikte periode en zijn ze niet gebonden aan de leverdata van de zaadbedrijven.

Meer dan de helft van het graanareaal in Europa wordt ingezaaid met eigen zaad (in Polen is dat zelfs 90%), maar in andere sectoren, zoals groenten en fruit, wordt dit onder meer belemmerd door de voorschriften van Verordening 2100/94, die het gebruik van eigen zaad slechts voor 21 gewassen toestaat. De zaadindustrie beschouwt het recht van de boer om eigen zaad te gebruiken als ontheffing van de verordening, en wenst dat die bij de komende herziening wordt afgeschaft.

Gewasbeschermingsmiddelen en andere pesticiden
Gewasbeschermingsmiddelen en andere pesticiden zijn de afgelopen tien jaar gemiddeld bijna 13% in prijs gestegen. Een remedie hiervoor is gelegen in de juiste verhouding koolstof-stikstof in de bodem en verbetering van de bodemstructuur (waardoor het gebruik van pesticiden en herbiciden kan afnemen doordat ziekteverwekkers en onkruid minder voorkomen).

Diervoeder en veterinaire kosten
In de intensieve veehouderij worden diëten met een hoog aandeel geconcentreerd mengvoer toegepast; de daarvoor benodigde oliezaden en eiwitten worden geïmporteerd. De prijzen in deze sector stegen de afgelopen tien jaar met gemiddeld 30%.

In zijn resolutie van maart 2011 over het proteïnetekort in de EU drong het Parlement aan op de totstandbrenging van een kader voor de ontwikkeling van de teelt van eiwitrijke gewassen en peulvruchten in de EU, teneinde het eiwittekort van 70% te verlagen met behulp van voeder uit eigen teelt. Verscheidene peulvruchten komen hiervoor in aanmerking, zoals erwten, veldbonen en lupines.

Vruchtwisseling met gebruikmaking van peulvruchten kan het brandstofverbruik bij de bodembehandeling verminderen, aangezien het humusgehalte en de vochtigheid van de bodem beter behouden blijven, waardoor er minder bewerking nodig is. In een recente studie van het Europees Parlement (PE 438.591) en een studie van de Commissie duurzame ontwikkeling van de Franse regering (december 2009, nr. 15) wordt de besparing op de kosten van meststoffen in Frankrijk op zo'n 100 miljoen euro per jaar geschat.

Opstallen en hernieuwbare energie
De kosten voor de opstallen, uitgezonderd het woonhuis, zijn gemiddeld met 20% toegenomen als gevolg van de gestegen prijzen van bouwmaterialen en het gestegen arbeidsloon. Met name in de veehouderij stijgen de kosten bovendien door hygiëne- en voedselveiligheidsvoorschriften.

In sommige lidstaten zijn boeren aangespoord om te investeren in hernieuwbare energieproductie op het bedrijf, bijv. wind- en zonne-energie en biogas. In Duitsland zijn er bijvoorbeeld op grote schaal zonnepanelen op de daken van opstallen aangebracht, wordt de warmte-isolatie verbeterd en wordt drijfmest gebruikt voor de productie van biogas. De subsidiëring van biogas heeft in bepaalde gevallen echter ook geleid tot biogasinstallaties die op mais en granen werken, waardoor de pachtprijzen zijn gestegen en er beleggers worden aangetrokken die de winsten voor de neus van de boeren wegkapen.

Grond- en pachtprijzen
De pachtprijzen vormen een belangrijke kostenpost in vele agrarische sectoren en lidstaten en moeten als inputkosten gelden. In vrijwel geheel West-Europa zijn de grond- en pachtprijzen tot een zodanig peil gestegen dat de productiecapaciteit, de beschikbaarheid van grond en de agrarische grondwaarde vrijwel niets meer met elkaar te maken hebben. In bepaalde gevallen is dit te wijten aan het oprukken van steden, de landbouwindustrie en het feit dat grond steeds meer in handen van luttele eigenaars is. De rapporteur bepleit een toezichtsysteem voor grondprijzen en beschikbaarheid van grond, met name voor jonge boeren.

Overige goederen en diensten, waaronder water
Gelet op het grote belang van water voor de landbouw is het zaak dat de EU de lidstaten steun geeft bij het beschikbaar stellen van betere wateropslagsystemen voor de landbouw, bijvoorbeeld door verbetering van de waterretentie van de bodem en waterwinning in droge streken, om voorbereid te zijn op veranderende neerslagpatronen door de klimaatverandering.
Daarnaast is verbetering van het beheer en de toewijzing van waterrechten dringend geboden; dat geldt eveneens voor het behoud en de totstandbrenging van multifunctionele agro-ecosystemen en land-bosbouwsystemen teneinde de waterretentiecapaciteit te verhogen.

GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?