Vandaag publiceerde de Europese Commissie haar langverwachte hervormingsvoorstel van de comitologieprocedure, de politieke en administratieve weg die producten als ggo’s en pesticiden volgen om voor teelt of verkoop op de Europese markt te kunnen worden toegelaten. Bart Staes, Europarlementslid voor Groen, reageert weinig enthousiast: “Er is wat gerommeld in de marge, terwijl men het fundament had moeten veranderen.”
De Groenen/EVA in het Europees parlement hoopten met een herziening van de comitologie-procedure op transparantere en meer democratische beslissingen gebaseerd op onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek. Staes: “Dit was een uitgelezen kans om de beslissingsmacht terug in eigen handen te nemen en te zorgen voor de bescherming van onze gezondheid, mensenrechten en het milieu. Maar dit voorstel schiet haar doel voorbij. Het verandert niets aan de politieke verantwoordelijkheid en zal dus ook de volksgezondheid niet ten goede komen.” (zie: Achtergrond)
Volgens de Groenen kan die transparantie er enkel komen door de lidstaten en het Europees parlement samen te laten beslissen. “Besluiten die overgelaten worden aan experten in een comité kunnen voor mij alleen als het gaat om echt technische kwesties, niet als het een politieke keuze betreft. In dat geval is een democratisch proces noodzakelijk.” vindt Staes.
Staes: “We zien telkens opnieuw hoe alles achter gesloten deuren plaats vindt. Recent nog met glyfosaat, een substantie met een serieuze impact op de volksgezondheid. De Commissie wil duidelijk meer politieke steun voor dergelijke beslissingen, maar het voorstel waar ze nu mee komt, zal de politieke onenigheid alleen maar meer verbergen.”
De huidige situatie draait steevast uit op een patstelling. Zonder gekwalificeerde meerderheid in het Permanent Comité (waarin de experten van de lidstaten zetelen), komt de Europese Commissie in een moeilijke situatie: ofwel duwt het de goedkeuring door en gaat ze voorbij aan de politieke tegenstand; of ze beslist tegen de de belangen van de industrie in, die hen verwijt geen ‘op wetenschap gebaseerde’ beslissing te nemen.
Staes: “Door de bijna systematische onthouding van sommige ‘grotere’ lidstaten (zoals Duitsland, Italië en Frankrijk) en - daaraan gekoppeld - het onvermogen van de Europese Commissie om de lidstaten te overtuigen van de betekenis van dergelijke goedkeuringsvoorstellen, eindigen we vaak zonder een beslissing. Door de onthoudingen is er vaak geen gekwalificeerde meerderheid.”
Achtergrond
De Commissie doet vier gerichte wijzigingsvoorstellen: