AA
Een veldslag verloren...

Als parlementsleden een Europees Verdrag of een handelsakkoord met een enorme maatschappelijke impact moeten stemmen en ratificeren is het logisch en onvermijdelijk dat daar een grondig kritisch onderzoek en een democratisch debat aan vooraf gaat.

Met CETA, het handelsakkoord dat de EU wil afsluiten met Canada, ligt dat blijkbaar anders. Veel leden van het Europees Parlement verzaken aan hun opdracht tot grondige analyse. In het Europees Parlement nam slechts een vierde van de parlementaire vak-commissies, waar je de specialisten beleidsterrein per beleidsterrein vindt, de moeite CETA op hun beleidsterrein uit te pluizen en te toetsen op voor- en nadelen. Het zijn de commissies Buitenlandse Zaken, Werkgelegenheid en Sociale Zaken, Milieu, Volksgezondheid en Voedselveiligheid evenals - vanzelfsprekend - de commissie Internationale Handel. Blijkbaar telt niet de stem van de expertise, wel die van de top van ongenuanceerde voorstanders.

In snelheid gepakt

Ik sta nog steeds versteld van de gang van zaken. Eerst waren velen - geveinsd - verontwaardigd dat CETA ook beoordeeld moest worden door lidstaten en regio's. Men meesmuilde het verzet van het Brusselse en het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap in België weg. CETA mocht alleen Europees geëvalueerd worden, het liefst zo snel mogelijk door het Europees Parlement.

En eens we zo ver waren, werd alles in het werk gesteld om CETA door het strot van de Europese verkozenen te jagen. Als groenen zetten wij ons aan de kop van het verzet. We zorgden ervoor dat de commissie Sociale Zaken en de Milieucommissie een advies konden schrijven. Dan zette de top van het EP een ongelofelijke tijdsdruk. De analyse moest gebeuren in minder dan 2 weken. Ook hier gingen de groenen in het verzet. We kregen midden november tijd om ons werk te doen tegen midden januari 2017.

De chaos rond CETA en vooral de poging om de tegenstand tegen het vrijhandelsverdrag te minimaliseren is vreemd. Hoorzittingen, debatten en schriftelijke adviezen zijn normaalgezien een essentieel onderdeel van de procedure om zo’n overeenkomst te behandelen. Ze versterkt namelijk de democratische controle op EU-niveau en zorgt ervoor dat het Parlement niet zomaar alles aanneemt wat hen door de Europese Commissie wordt voorgeschoteld.

Redenen tot ongerustheid

CETA heeft al bij al enkele ondemocratische en onethische kenmerken.

Ten eerste hebben experten aangetoond dat het ICS-systeem dat in het CETA-verdrag zit, incompatibel is met de Europese wetgeving. Het ICS-systeem is een arbitragemechanisme dat buitenlandse investeerders het recht geeft landen voor een arbitrageraad te dagen wanneer ze van oordeel zijn dat hun commerciële belangen door bepaalde wetgeving geschonden wordt. Het ICS-systeem is een verbeterde versie van het zogenaamde ISDS-systeem (Investment State Dispute Settlement) dat in eerdere handelsakkoorden werd opgenomen. Het blijft echter buitenlandse investeerders meer rechten geven dan andere investeerders en het wordt gebruikt als chantagemiddel tegen landen die onder meer op milieu- en volksgezondheidsgebied sterke wetgeving willen uitvaardigen. Net daarom willen wij dat systeem laten toetsen bij het Europees Hof van Justitie. Geen overbodige luxe toch?

CETA kan ook leiden tot neerwaartse harmonisering van Europese standaarden op het gebied van voedselveiligheid, dierenwelzijn en het gebruik van chemicaliën. De Europese normen liggen namelijk veel hoger dan de Canadese. Zo heeft de Commissie al op enkele punten toegegeven aan de Canadese handelsbelangen. Canada heeft juridische stappen ondernomen om de wetgeving van de EU en haar lidstaten bij de WHO aan te vechten (geschillen over ggo's en over het verbod op hormonen in rundvlees, zeehondproducten en zelfs asbest). Canada is al geruime tijd fundamenteel tegen REACH en de EU-wetgeving inzake pesticiden, en haalde de Amerikaanse wetgeving inzake aanduiding van het land van oorsprong (COOL) bij de WHO onderuit. Omdat er handelsdruk wordt uitgeoefend blijft de Europese Commissie ggo's toelaten, ondanks de brede oppositie in de EU.

Business as usual

De hoofddoelstelling van CETA is om handelsbarrières te elimineren. Aangezien de tarieven tussen de EU en Canada relatief laag zijn, heeft CETA vooral betrekking op non-tarifaire belemmeringen, m.a.w. uiteenlopende wetten en normen op het gebied van gezondheids- en milieubescherming en voedselveiligheid. De Commissie heeft reeds verschillende normen opgegeven om de handelsbelangen van onder andere Canada tegemoet te komen. Ze heeft de EU-richtlijn brandstofkwaliteit uitgehold waardoor Canada brandstof afkomstig van vuile teerzanden kan exporteren. Nu wil de Commissie zelfs op illegale wijze de bepalingen over hormoonontregelaars in de pesticidewetgeving aanpassen. De Commissie heeft in het belang van Canadese bedrijven gehandeld door af te zien van een verbod op cyanide in de mijnbouw ondanks een verzoek van het EP om dat niet te doen en door onlangs het gebruik van kankerverwekkende stoffen in verf (loodchromaat) toe te laten, ook al gebruiken Europese bedrijven veiligere alternatieven.

Net nu er meer en meer een ethisch en milieuvriendelijk bewustzijn groeit onder de Europese burgers, is het goedkeuren van CETA een wel erg verkeerd signaal. Het lijkt wel of ze gewoon doorgaan ‘as usual’.

 

De commissie sociale zaken en werkgelegenheid kreeg een socialistische onderhandelaar-rapporteur en slaagde erin de bezwaren tegen CETA op het gebied van groei en jobs zo te formuleren dat CETA een negatief advies kreeg.

CETA is als TTIP

OP 12 januari 2017 lag mijn rapport in de milieucommissie van het EP ter stemming. Ik toetste het CETA-verdrag aan de resolutie die we in 2015 goedkeurden waarin we als parlementsleden de voorwaarden formuleerden die we stelden aan TTIP, het gelijkaardig handelsakkoord met de Verenigde Staten. Er is geen enkele reden om in een handelsovereenkomst een ander standpunt in te nemen tegenover Canada dan tegenover de VS.

Het is heel duidelijk dat CETA een aantal voorwaarden overschrijdt die de milieucommissie eerder stemde:

Er wordt geen rekening gehouden met het voorzorgsbeginsel. Men verwijst wel naar internationale overeenkomsten, maar die bevatten dit beginsel niet. Samenwerking op regelgevingsgebied is allesomvattend, terwijl een duidelijk gespecificeerde sectorale werking meer kans biedt op vergelijkbare beschermingsniveaus of opwaartse harmonisering. CETA bevat bepalingen over volksgezondheidsdiensten die de facto de vrijheid van regeringen beperken om beleidsbeslissingen te nemen. CETA bevat ook bepalingen over ggo's die opgesteld zijn om de EU-wetten inzake ggo's te ondermijnen, alsook hun toepassing en ontwikkeling in de toekomst. CETA behelst tevens samenwerking op het gebied van chemicaliën – waardoor een van de sterkste tegenstanders van REACH bij de toepassing wordt betrokken. CETA heeft betrekking op openbare en sociale diensten afhankelijk van een negatieve lijst. CETA bevat ook geen bindende bepalingen over dierenwelzijn. In plaats daarvan promoot CETA een toenemende handel zonder enige echte garanties op dierenbescherming. En zoals hierboven gezegd omvat CETA ICS, een regeling inzake de beslechting van geschillen die buitenlandse investeerders een parallelle jurisdictie verleent om staten te vervolgen, waardoor de soevereine rechten van de EU en haar lidstaten fundamenteel ondermijnd worden.

Nog argumenten

Maar CETA ondermijnt ook andere wetgeving: het verbod op werkzame stoffen en EU-maximumwaarden voor residuen van bestrijdingsmiddelen, de riek-tot-vork EU-aanpak op het gebied van voedselveiligheid, de verwezenlijking van de klimaat- en energiedoelstellingen van de EU, de klimaatakkoord van Parijs...

Voorstanders noemen CETA een modern en progressief handelsakkoord met belangrijke bepalingen op vlak van milieu, energie, klimaat en voedselveiligheid. Ik betwist dat. CETA beschermt de geografische aanduiding slechts gedeeltelijk. En het bevat ook geen bepalingen over de vermindering van antibiotica in de veeteelt. Het promoot geen hernieuwbare energiebronnen en het gebruikt zelfs negatieve lijsten in verband met het recht om in de energiesector te reguleren.

Ten slotte is het onduidelijk of en welke controlerechten het EP heeft over de besluiten van het Gemengd Comité van CETA op zich, over de goedkeuring van bindende interpretaties of over aanpassingen van de protocollen of bijlagen (bijv. in verband met de bepalingen over equivalentie in de context van voedselveiligheid).

Advies negeren

Mijn advies aan de milieucommissie was dan ook CETA te verwerpen. Maar ik heb het niet gehaald. Een onzalige coalitie van christendemocraten, conservatieven en liberalen veegde al deze bezwaren van tafel en geeft volle steun aan CETA. Komt daarbovenop dat de sociaaldemocraten hopeloos verdeeld waren. 40 collega’s stemden voor CETA, 24 - waaronder ikzelf en de groenen - tegen en 1 collega onthield zich.

Dat betekent ook dat een grote meerderheid van de milieucommissie geen rekening houdt met het massale verzet binnen de civiele samenleving. Milieu- en consumentenorganisaties, de Noord-Zuidbeweging, boerenverenigingen, vakbonden en ziekenfondsen roepen allen op tot een verzet tegen CETA. Ook de vertegenwoordigers van de christelijke werknemers negeren dit verzet. Hoe wrang moet het zijn voor het ACV, Beweging.net en de christelijke mutualtiteiten om te moeten vaststellen dat hun vertegenwoordigers in het Europees Parlement zeer prominent de verdediging van CETA opnemen?

De strijd gaat verder. Een verloren veldslag is nog geen verloren oorlog. Maar de democratie heeft hier geen baat bij.

Op 24 januari stemt de commissie internationale handel, en in de week van 13 februari het voltallige parlement in Straatsburg.

GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?