Persberichten

AA
Het Europees Parlement wil geen ‘oude’ ggo’s, geen ‘nieuwe’ ggo’s, geen ggo’s in Europa en geen ggo’s in Afrika.



Maar liefst 5 rapporten met betrekking tot ggo’s lagen deze week ter stemming voor in het Europese Parlement. Allemaal samen geven ze een redelijk goed beeld van hoe coherent het EP staat tegenover ggo’s: we willen ze niet.

Het goedkeuringsproces voor import verloopt niet democratisch.

Woensdag 8 juni 2016 stemde het parlement over de import van twee ggo’s: een genetisch gewijzigde anjer en een maïssoort. Sinds december 2015 is dit al de vijfde en zesde keer dat (op initiatief van Bart Staes) een bezwaar wordt aangetekend tegen zo’n aparte goedkeuring door de Europese Commissie. De belangrijkste boodschap hierbij is telkens dat het Europese goedkeuringsproces niet democratisch verloopt. De speciale experten commissie van de EU-lidstaten bereikte immers geen gekwalificeerde meerderheid en de Europese Commissie besloot dan maar steevast de goedkeuring er telkens willens nillens door te duwen. Dit zou de uitzondering moeten zijn[1], maar bij ggo’s is het de regel.

De maïs waarover deze week werd gestemd, is overigens glyfosaat-resistent, wat getuigt van een bijzonder slechte timing, nu de hele procedure voor de hernieuwde goedkeuring van glyfosaat (waarschijnlijk kankerverwekkend en hormoon verstorend) nog hangende is. Ook daar is tot drie keer toe geen gekwalificeerde meerderheid onder de lidstaten gevonden. 430 Europarlemensleden steunden het bezwaar van Bart Staes, 188 stemden tegen terwijl 33 zich onthielden. De ggo-bezwaarschriften zijn, helaas, niet bindend ten aanzien van de Europese Commissie, maar we hopen dat  Commissie-voorzitter Jean-Claude Juncker toch snel met een nieuw voorstel voor het democratiseren van de ggo-besluitvorming komt, zoals hij dat in 2014 aan het Europees Parlement beloofde.


Geen ggo’s in Afrika

De parlementsleden willen niet dat ggo’s in Europa worden ingevoerd, dus is het logisch dat ze ook geen ggo’s willen in Afrika (of elders). Nochtans is dat precies wat er momenteel gebeurt via de zogenaamde ‘Nieuwe Alliantie voor Voedselzekerheid en Voeding’ (NAFSN). Dit privaat-publieke partnerschap werd in 2012 gelanceerd onder de auspiciën van de G8. Via private investeringen in landbouw wil men de voedselzekerheid en de kwaliteit van het voedsel in Sub-Saharaans Afrika verbeteren. Dat lijkt heel nobel, maar ngo's én wetenschappers als Olivier De Schutter (voormalig VN-rapporteur over het recht op voedsel) hebben deze aanpak al herhaaldelijk afgeschoten omdat het aanzet tot landroof, de vrijheid van de uitwisseling van zaaigoed beknot (terwijl boeren net onafhankelijk eigen zaad zouden moeten kunnen telen en uitwisselen) en ggo’s door de strot van de Afrikaanse boeren duwt, of ze dat nu willen of niet. Voor alle duidelijkheid: nieuwe ggo’s in het milieu introduceren, brengt serieuze problemen teweeg voor boeren die ggo-vrij willen telen, aangezien deze organismen zich vrijelijk en ongecontroleerd in de natuur verspreiden.

Het rapport van Groene collega Maria Heubuch dat dinsdag 7 juni 2016 werd gestemd, lijst al deze punten op en kant zich tegen elke promotie van ggo’s in Afrika op kosten van de belastingbetaler. Monsanto vond het rapport neo-koloniaal, wat ironisch is, aangezien de industrie zelf deze ‘Nieuwe Alliantie’ aangrijpt om regeringen onder druk te zetten en Afrikaanse wetgeving rond landeigendom, zaden en ggo’s in hun voordeel om te buigen. Aan de burger om te oordelen wie hier neo-koloniaal is.


‘Oude’ ggo’s zijn bijna weg, de ‘nieuwe’ ggo’s staan al voor de deur

De agrochemische-industrie pleit er de laatste drie jaar voor dat hun nieuwe biotechnologieën (de zogenaamde ‘nieuwe teelttechnieken’) niet onder de bestaande Europese ggo-wetgeving moeten vallen. Feit is wel dat de producten van deze technieken wel degelijk beantwoorden aan de definitie van ‘genetisch gewijzigd organisme’, zoals de Richtlijn 2001/18 voorschrijft. Ze zorgen voor risico’s vergelijkbaar met die van de huidige generatie ggo’s (transgenese). Ook nieuwe risico’s moeten nog onderzocht worden. Als deze biotechnologische technieken dan al gebruikt zouden worden, moeten ze traceerbaar zijn én gelabeld zodat boeren en consumenten een bewuste en dus geïnformeerde keuze kunnen maken. De Euroepse Commissie komt later dit jaar nog met een wettelijke interpretatie van deze nieuwe biotechnologische technieken.

Tot slot gaan twee rapporten die dinsdag 7 juni 2016 ter stemming voorlagen - het rapport Huitema en het rapport McIntyre - over technologische vernieuwing in de landbouw. Deze initiatief rapporten van liberale en Brits-conservatieve strekking, willen de deur wagenwijd openzetten voor deregulering van de nieuwe gentechnieken. Beide teksten werden stevig bijgestuurd door het Parlement. Het parlement weigert vrijgeleide te geven aan niet-geteste en niet-geëtiketteerde ggo’s in Europa.

Voor de Groenen blijft het kraakhelder dat de uitdagingen waar de landbouw vandaag voor staat niet opgelost kunnen worden met ggo’s of andere technologische hoogstandjes. Vooral een radicale omslag naar een meer agro-ecologische landbouw kan hiertoe leiden. Europa zou haar fondsen dus beter investeren in klassieke veredeling van planten die afgestemd zijn op zo’n agro-ecologische context, in plaats van miljarden te pompen (67% van het budget) in onderzoek naar biotechnologie.

 

 

 


[1] De Commissie heeft geweigerd deze procedure te gebruiken voor glyfosaat

GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?