AA
Dossier - Milieubeweging moet inspraak krijgen en naar rechtbank kunnen

België en zijn deelstaten lopen ten opzichte van de andere Lidstaten steeds meer achter bij het omzetten en het uitvoeren van Europees recht. Begin dit jaar startte de Europese Commissie een inbreukprocedure tegen België en de drie Gewesten voor de niet-tijdige omzetting van de zgn. Inspraakrichtlijn. Die regelt de inspraak van het publiek en de toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden. Deze richtlijn is de formele omzetting van de tweede en de derde pijler van het in 1998 afgesloten VN-Verdrag van Aarhus.

Door de niet-omzetting van de inspraakrichtlijn wordt het de milieuverenigingen bijzonder moeilijk gemaakt toegang te hebben tot het gerecht of op een adequate manier inspraak te hebben bij belangrijke onderhandelingen zoals o.m. de onderhandelingen die de Vlaamse Regering voert met betrekking tot de herziening van de actieprogramma’s om de vervuiling door nitraten te bestrijden.

De niet-omzetting van de inspraakrichtlijn in nationale wetgeving zorgt er ook voor dat de Raad van State zeer terughoudend omgaat en zich zelf afwijzend opstelt ten aanzien van de vragen van de Vlaamse milieukoepel Bond Beter Leefmilieu om partij te zijn in het opstarten van rechtszaken. Nochtans heeft België als staat het Verdrag van Aarhus in 1998 mee ondertekend.

Erger is echter dat uit een document van het Kabinet van de Staatssecretaris voor Europese Zaken en m.n. “omzettingsfiche 2.30-richtlijn 2003/35” blijkt dat de federale regering weliswaar overleg pleegt met de gewesten maar blijkbaar van oordeel is dat er geen stappen dienen ondernomen te worden om het publiek (en de milieuverenigingen) toegang tot de rechter te verlenen.

CONTEXT

Op het gebied van openbaarheid van milieu-informatie bepalen verschillende internationale en Europese ontwikkelingen het beeld. Als gevolg van die ontwikkelingen zal milieu-informatie in de toekomst in ruimere mate openbaar zijn dan thans het geval is.

Op wereldvlak keurden de Verenigde Naties het Verdrag betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden goed (Verdrag van Aarhus).

Het verdrag is op 30 oktober 2001 in werking getreden en rust op drie pijlers. De eerste heeft betrekking op het recht op toegang tot milieu-informatie, de tweede op inspraak en de derde op toegang tot de rechter.

TWEE RICHTLIJNEN

Op 25 juni 1998 heeft de Europese Gemeenschap het Verdrag van Aarhus ondertekend. Het Gemeenschapsrecht diende met het oog op de bekrachtiging ervan door de Gemeenschap aan dat verdrag te worden aangepast. Dit gebeurde via twee richtlijnen

1) In de eerste plaats is op 28 januari 2003 een EG-richtlijn vastgesteld waarmee de communautaire regelgeving met de eerste pijler van het verdrag in overeenstemming wordt gebracht. Deze richtlijn regelt dus de toegang tot milieu-informatie en dwingt de overheden tot verdere aanscherpingen van het voor milieu-informatie geldende openbaarheidsregime.

2) Op de tweede plaats is op 20 mei 2003 een EG-richtlijn vastgesteld tot voorziening in inspraak van het publiek in de opstelling van bepaalde plannen en programma's betreffende het milieu en, met betrekking tot inspraak van het publiek en toegang tot de rechter.

De Europese milieuwetgeving omvat de bepalingen op grond waarvan de autoriteiten en andere instanties beslissingen nemen die aanmerkelijke gevolgen voor het milieu alsmede voor persoonlijke gezondheid en welzijn kunnen hebben.

Werkelijke inspraak bij het nemen van beslissingen biedt het publiek de gelegenheid zijn mening en bezorgdheid die van belang kunnen zijn voor die beslissingen, te uiten en stelt de besluitvormers in staat daarmee rekening te houden Dat vergroot de verantwoording en de transparantie van de besluitvorming en draagt bij tot de bewustheid bij het publiek van milieuvraagstukken en steun aan de genomen beslissingen.

Maar ook de toegang tot gerechtelijke of andere procedures voor het bestrijden van de materiële en formele rechtmatigheid van de besluiten worden door deze twee richtlijnen geregeld.

Deze Europese regelgeving verplicht de Lidstaten (en in ons land ook de Gewesten) ervoor te zorgen dat het 'publiek' inspraak heeft bij milieuaangelegenheden en in voorkomend geval ook toegang heeft tot de rechter.

'PUBLIEK' EN 'BETROKKEN PUBLIEK'

De richtlijn omschrijft zeer nadrukkelijk twee begrippen: 'publiek' en 'betrokken publiek'.

'Publiek' wordt gedefinieerd als “één of meer natuurlijke personen of rechtspersonen en, in overeenstemming met de nationale wetgeving of praktijk, hun verenigingen, organisaties of groepen;"

'Betrokken publiek' wordt omschreven als: “het publiek dat gevolgen ondervindt of waarschijnlijk ondervindt van of belanghebbende is bij de (…) bedoelde milieubesluitvormingsprocedures; voor de toepassing van deze omschrijving worden niet-gouvernementele organisaties die zich voor milieubescherming inzetten en voldoen aan de eisen van nationaal recht, geacht belanghebbende te zijn".

De lidstaten zorgen ervoor dat, in overeenstemming met het toepasselijke nationale rechtsstelsel, leden van het betrokken publiek die:

a) een voldoende belang hebben, dan wel


b) stellen dat inbreuk is gemaakt op een recht, wanneer het bestuursprocesrecht van een lidstaat dit als voorwaarde stelt, in beroep kunnen gaan bij een rechtbank of een ander bij wet ingesteld onafhankelijk en onpartijdig orgaan om de materiële of formele rechtmatigheid van enig besluit, handelen of nalaten vallend onder de bepalingen betreffende de inspraak van het publiek van deze richtlijn aan te vechten.

TE LAAT


Richtlijn 2003/35 moest uiterlijk op 25 juni 2005 in nationale/gewestelijke wetgeving zijn omgezet. De Europese Commissie startte begin 2006 tegen de federale Regering en de drie Gewestregeringen een inbreukprocedure wegens niet tijdige omzetting van richtlijn 2003/35


In het kader van het vragenuurtje binnen de parlementaire commissie Milieu, Volksgezondheid en Voedselveiligheid stelde ik op 4 mei 2006 een vraag over de tenuitvoerlegging van de Nitraatrichtlijn (91/676/EEG) en de Inspraakrichtlijn 2003/35/EG.


“Artikel 5 van de Nitraatrichtlijn (91/676/EEG) stelt dat voor door de lidstaten aangewezen kwetsbare zones zogeheten actieplannen moeten worden opgesteld. Overeenkomstig artikel 2, artikel 3 en bijlage I.C van Inspraakrichtlijn 2003/35/EG dienen de lidstaten ervoor te zorgen dat "het publiek" in een vroeg stadium inspraak krijgt in de opstelling, wijziging of herziening van plannen en programma’s, waaronder ook de actieplannen van de nitraatrichtlijn. Bij het opstellen van de vernieuwde actieplannen, die nu ter discussie bij de Europese Commissie liggen, is echter geen enkele vorm van openbaar overleg gepleegd en konden dus ook geen opmerkingen worden geformuleerd. Is de Commissie van oordeel dat de tenuitvoerlegging van de inspraakrichtlijn door Vlaanderen in dezen tekortschiet?”


De Commissie was kort en feitelijk: "Er is een recent arrest van het Hof van Justitie m.b.t. de implementatie van de nitraatrichtlijn in België en in dit arrest van 22 september 2005 staat dat België zijn verplichting niet is nagekomen m.b.t. art. 5 van de nitraatrichtlijn inzake het instellen van actieprogramma's om de vervuiling door nitraten te bestrijden. Op dit moment zijn Vlaanderen en Wallonië bezig met het herzien van hun nitraten-actieplan om deze richtlijn uit te voeren. Het is het aanvoelen van de Commissie dat in de herziening van de actieplannen inzake de nitraatrichtlijn de vereisten m.b.t. de recente richtlijn inzake publieke participatie moeten worden toegepast. Maar er is een bijkomend probleem omdat deze richtlijn nog niet in Belgische regelgeving is omgezet. We hebben trouwens voor deze vertraging een zaak geopend tegen het koninkrijk België, maar deze inbreukprocedure betreft de drie regio's.”


FEDERALE REGERING EN GEWESTEN AAN ZET


Wat zijn de plannen van de federale regering en de gewesten om de inspraakrichtlijn om te zetten?


Het Kabinet van de Staatssecretaris voor Europese Zaken bezorgde het Overlegcomité tussen de federale regering en de deelregeringen recentelijk een nota over de omzetting en de uitvoering van het Europees recht. De Staatssecretaris erkent daarbij dat “ondanks een duidelijke verbetering van ons omzettingsresultaat ons land ten opzichte van de ander Lidstaten steeds meer achteruit loopt”. Daarom werd een inhaalplan voorzien Het document bevat ook een hele reeks 'omzettingsfiches' waar richtlijn per richtlijn wordt aangegeven wat de stand van zaken bij de omzetting.


Omzettingsfiche 2.30 over richtlijn 2003/35 (de inspraakrichtlijn) van 10 maart 2006 beschrijft de stand van zaken als volgt.


a) Waals Gewest: Tweede lezing van het ontwerp door de Regering


b) Vlaams Gewest: Mededeling van de bevoegde Minister – De bepalingen inzake inspraak voor bepaalde plannen en programma’s zijn nog in onderzoek.


c) Federaal: Mededeling van de bevoegde Minister. Er moet ook een KB worden opgesteld. Dit KB zal gelijktijdig voorgelegd worden op de Ministerraad als de wet (tekst KB klaar voor 10 juli 2005). Na goedkeuring Ministerraad , advies RvS, tweede lezing wet, parcours parlement, ondertekening ministers en koning, publicatie en notificatie.


Artikel 3 moet gedeeltelijk omgezet worden door Leefmilieu en Binnenlandse Zaken.


Artikel 4 moet door de gewesten worden omgezet.


TE ONDERNEMEN ACTIES


a) Vlaanderen – Gewest en Gemeenschap


Mededeling van de bevoegde Minister. Voorontwerp van besluit wordt door Kabinet Leefmilieu en Aminal afgerond. Agendering Vlaamse Regering van ontwerpbesluit voorzien in januari 2006-05-12


b) Federaal


Advies Rvs aangevraagd.


Mededeling van de bevoegde Minister – artikel 2: Wet en bijkomend KB worden besproken op IKW van 17/6/2005, inspectie Financiën gevraagd voor 21/06/05 (dossier moet ook naar minister van Begroting), agendering van wet en KB op Ministerraad van 24/06/05, advies RvS, tweede lezing wet, parcours parlement, ondertekening minister en koning, publicatie en notificatie/

Artikel 3: kabinet Vandelanotte laat weten dat dit artikel niet moet omgezet worden.


BESLUITEN


Vooreerst is het zeer merkwaardig vast te moeten stellen dat een nota over de stand van zaken van de omzetting van Europese richtlijnen van de staatssecretaris voor Europese Zaken van 10 maart 2006 omzettingsfiches bevat die de stand van zaken en de te nemen maatregelen en te nemen beslissingen beschrijven over het jaar 2005 maar op geen enkel ogenblik weergeeft wat er van die plannen en beloftes in huis is gekomen. Deze omzettingsfiche blijkt ofwel niet up-to-date te zijn, ofwel is het zo dat er geen enkele vooruitgang werd bereikt.


Op geen enkele manier ook wordt vermeld hoe het publiek toegang tot de rechter zal krijgen. Die opdracht staat niettemin uitdrukkelijk vermeld in art. 3,7 en artikel 4,4 van de inspraakrichtlijn. Het verlenen van toegang tot de rechter is van uitermate groot belang mede omdat het ervoor zal zorgen dat de overheid weet dat ze voor hun beslissingen nauwlettend door milieuverenigingen in het oog wordt gehouden. De mogelijkheid een gerechtszaak aan te spannen zal dan ook ervaren worden als een belangrijke “stok achter de deur”. Het zal waarschijnlijk de bereidheid om voorafgaandelijk aan milieubeslissingen het publiek (en de milieuorganisaties) ook reële inspraak te verlenen versterken.


Overigens was de uiterste datum voor omzetting van de richtlijn 25 juni 2005.


Het hoeft niet te verwonderen dat de Europese Commissie een inbreukprocedure opstartte.

GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?